Ingediend | 13 februari 2015 |
---|---|
Beantwoord | 26 februari 2015 (na 13 dagen) |
Indieners | Agnes Wolbert (PvdA), Jacques Monasch (PvdA) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z02671.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1384.html |
Ja.
Afgaande op de in de berekening aangegeven WOZ-waarde en het aantal woningen resulteren de daar genoemde heffingsbedragen. In relatie tot de huuropbrengsten ligt de heffing hoger dan gemiddeld voor alle verhuurders geldt. Dit heeft te maken met de relatief lage huren die deze verhuurder vraagt in relatie tot de WOZ-waarde van het bezit.
Zie antwoord vraag 2.
De WOZ-waarde van het bezit weerspiegelt een hoge kwaliteit en gewildheid. De percelen zijn ruim en het is voor Nederland uitzonderlijk dat huurwoningen zo mooi zijn gelegen. De woningen van de Stichting hebben dus op deze aspecten een bijzondere kwaliteit, en de historische achtergrond kan daarbij juist een extra aantrekkingskracht op huurders hebben. Verder is het ten aanzien van het aanbrengen van moderner comfort niet zo dat voor deze monumentale woningen specifieke belemmeringen zouden gelden die monumentale woningen elders niet kennen. Op voorhand is het daarom niet uit te sluiten dat hogere huurprijzen gevraagd kunnen worden dan thans het geval is, temeer daar huurders veelal bewust kiezen voor een monumentale woning, zoals een hofjeswoning. Er is dus al met al geen reden om te veronderstellen dat exploitatie van deze woningen niet zou kunnen, ook niet na de introductie van de verhuurderheffing.
In mijn op 14 augustus 2014 aan uw Kamer gestuurde antwoorden op schriftelijke vragen3 ben ik ingegaan op de positie van hofjesstichtingen die veelal ook een (deels) historisch bezit hebben. Nieuwe informatie is hier niet over beschikbaar.
Vooralsnog is er geen aanleiding om aan te nemen dat voor deze categorie verhuurders een tegemoetkoming nodig zou zijn. Wel zal in de evaluatie van de verhuurderheffing, die ik in 2016 aan uw Kamer zal doen toekomen, ook aandacht geschonken worden aan de positie van dit type verhuurders. Indien de evaluatie daar aanleiding toe geeft wordt dan ingegaan op mogelijkheden tot aanpassingen.