Kamervraag 2015Z02326

De kwaliteit van het middelbaar agrarisch onderwijs in Noord-Nederland

Ingediend 10 februari 2015
Beantwoord 3 maart 2015 (na 21 dagen)
Indiener Carla Dik-Faber (CU)
Beantwoord door Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA), Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA)
Onderwerpen beroepsonderwijs onderwijs en wetenschap
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z02326.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1423.html
1. Nieuwe Oogst, zaterdag 7 februari 2015
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Onderwijs baart boeren zorgen»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het u bekend dat agrariërs en ouders van leerlingen ontevreden zijn over de kwaliteit van het middelbaar agrarisch onderwijs in Noord-Nederland?

    Het signaal in bedoeld bericht betreft specifiek opleidingen van AOC Terra, niet de andere AOC in Noord-Nederland.

  • Vraag 3
    Wat is uw reactie op het gestelde in het bericht dat leerlingen te weinig basisvaardigheden aangeleerd krijgen en dat er te weinig schooluren zijn?

    De bepaling van de onderwijsinhoud en -methodiek van beroepsopleidingen is de primaire verantwoordelijkheid van de instelling. De algemene eis is daarbij dat de opleiding het leerresultaat bereikt dat is beschreven in de door mij vastgestelde kwalificatie. Ik vind het daarbij belangrijk dat de invulling van de opleidingen mede geschiedt in afstemming met het relevante bedrijfsleven. Indien van de kant van deelnemers, ouders en bedrijfsleven klachten zijn over inhoud of niveau van de opleiding dan dient de instelling daar serieuze actie op te nemen.
    Van AOC Terra heb ik vernomen dat er een eerdere klacht was over de opleiding Akkerbouw van de vestiging in Groningen in 2014. Hierover heeft een gesprek plaatsgevonden met deelnemers en ouders. Op basis daarvan zijn verbeteracties vastgesteld in een Plan van Aanpak. De voortgang op deze verbeteracties is in februari 2015 besproken met de betreffende deelnemers en ouders.
    AOC Terra heeft laten weten dat de groep boeren in Midden-Drenthe die in het artikel wordt geciteerd geen contact met de instelling heeft opgenomen, dus dit was niet als klacht bij de instelling bekend. AOC Terra geeft aan contact te zoeken met de groep boeren. Afhankelijk van de uitkomsten hiervan zou ook dit tot verbeteracties kunnen leiden.
    In beide gevallen acht ik dit een goede aanpak, gezien de primaire verantwoordelijkheid van de instelling voor de onderwijsinhoud.
    Wat betreft het aantal onderwijsuren: in het laatste onderzoek naar de staat van de instelling AOC Terra door de Inspectie van het Onderwijs in januari 2014 is bij de opleiding Dierenhouderij (melkveehouder) niveau 4 in Meppel (mogelijk één van de opleidingen waarop de groep boeren duidt) geen probleem op de indicator leertijd gebleken. Sindsdien zijn, per 1 augustus 2014, nadere voorschriften voor de studieduur van opleidingen en de te programmeren onderwijsuren in werking getreden. Toepassing van deze voorschriften waarborgt een programma met voldoende onderwijsuren. De naleving van deze voorschriften is vast onderdeel van het inspectietoezicht.

  • Vraag 4
    Wat vindt u van de bewering van boeren dat het kennis- en kundeniveau van jongeren uit het middelbaar agrarisch onderwijs alleen maar daalt en dat «de stageboer leraar is geworden»?

    De primaire verantwoordelijkheid voor de onderwijsinhoud van de opleidingen ligt bij de instelling. Ik vind het belangrijk dat de instelling deze verantwoordelijkheid invulling geeft in afstemming met het relevante bedrijfsleven en andere belanghebbenden.

  • Vraag 5
    Klopt het dat leerlingen in het middelbaar agrarisch onderwijs al heel vroeg een specialisatie moeten kiezen en daardoor relatief weinig basisvaardigheden hebben? Zo ja, bent u bereid om te onderzoeken hoe het onderwijs van basisvaardigheden kan worden verbeterd? Zo nee, hoe is dan volgens u geborgd dat leerlingen voldoende basisvaardigheden hebben?

    De voor de groene opleidingen vastgestelde kwalificaties bevatten geen verdere specialisaties. Wel kan de instelling bij de inhoudelijke vormgeving specialisaties aanbrengen binnen de kaders van de kwalificatie, bijvoorbeeld omdat het regionaal bedrijfsleven daarom vraagt. Ongeacht deze specialisaties dient het hele pakket vakkennis en vakvaardigheden, aangegeven in de kwalificatie, te worden gerealiseerd.

  • Vraag 6
    Op welke wijze wordt geborgd dat het middelbaar agrarisch onderwijs goed aansluit op de behoeften uit de agrarische sector?

    Borging van de aansluiting op de behoeften van het bedrijfsleven in de diverse branches binnen de groene sector geschiedt in de eerste plaats door het ontwikkelen en vaststellen van kwalificaties. Deze zijn ontwikkeld door de Paritaire Commissie van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs – Bedrijfsleven Aequor, waarin onderwijs en bedrijfsleven gelijkelijk vertegenwoordigd zijn.
    In de tweede plaats wordt dit geborgd doordat de instellingen inhoud en methodiek bij de kwalificaties mede ontwikkelen in samenspraak met het relevant bedrijfsleven in de regio. Dit behoort tot de primaire verantwoordelijkheid van de instelling en wordt door iedere instelling op eigen wijze uitgevoerd.
    In de derde plaats maakt het groen beroepsonderwijs deel uit van de groene kennisinfrastructuur. Daarbinnen wordt extra geïnvesteerd in de doorstroming van wetenschappelijke kennis en actuele praktijkkennis naar de onderwijsinhoud.

  • Vraag 7
    Wat zijn de bevindingen uit recente inspectierapporten over de kwaliteit van het middelbaar agrarisch onderwijs in Noord-Nederland en wat er is met deze bevindingen gedaan?

    In januari 2014 is voor het laatst een onderzoek gedaan naar de staat van de instelling AOC Terra. Daaruit bleek dat op onderdelen de kwaliteitsborging onvoldoende is. Verder zijn enkele risico’s gesignaleerd voor de kwaliteit van het onderwijs, in het bijzonder wat betreft de geboden zorg voor deelnemers met specifieke zorgbehoeften, de kwaliteit van de examinering en de besluitvorming over de diplomering. Deze bevindingen hebben geleid tot een beperkt aanvullend vervolgtoezicht.
    Dit oordeel was gebaseerd op een onderzoek binnen een steekproef van vier opleidingen. Eén daarvan was de opleiding Dierenhouderij (melkveehouder), niveau 4, in Meppel, mogelijk één van de opleidingen waarop de groep boeren in midden-Drenthe duidt. Binnen deze opleiding zijn geen probleempunten gesignaleerd op de inhoud en methodiek van de opleiding.
    AOC Terra laat mij weten dat op de punten die als onvoldoende zijn beoordeeld verbeterplannen zijn ingediend bij de inspectie.

  • Vraag 8
    In hoeverre zullen volgens u de herziene mbo-kwalificatiedossiers, die vanaf augustus 2016 verplicht worden ingevoerd, de kritiek op de kwaliteit van het middelbaar agrarisch onderwijs ondervangen?

    De nieuwe kwalificaties zijn breder dan de oude, met meer ruimte voor maatwerk, een nadrukkelijke wens van de instellingen en het georganiseerd bedrijfsleven in de sector. De kwalificaties bij de opleidingen waar het hier om gaat passen in een breed kwalificatiedossier Agro Productie, Handel en Technologie, waarbinnen in totaal 14 kwalificaties zijn onderscheiden. Deze kwalificaties krijgen daarmee een brede gemeenschappelijke basis van kennis en vaardigheden. De instellingen zijn primair verantwoordelijk voor de invulling met onderwijsinhouden, in samenspraak met onder meer het relevant bedrijfsleven.
    Binnen de nieuwe kwalificaties zijn vakkennis en vakvaardigheid beter en overzichtelijker gedefinieerd dan binnen de huidige competentiegerichte kwalificaties. Daarmee wordt de kennis- en vaardigheidsbasis voor de deelnemers beter geborgd.

  • Vraag 9
    Bent u bereid om, in samenwerking met de Inspectie van het Onderwijs, nader onderzoek te verrichten naar het kwaliteitsniveau van het middelbaar agrarisch onderwijs in Noord-Nederland? Zo nee, waarom niet?

    De inspectie verricht periodiek onderzoek naar de staat van de instelling, en kan specifiek onderzoek doen op basis van signalen van onvoldoende kwaliteit.
    De inspectie beslist zelf op welke signalen zij actie neemt. Ik zie geen aanleiding, gezien de inzet van de instelling om nader actie te nemen.

  • Vraag 10
    Bent u bereid om in overleg te treden met de directies van de in het bericht genoemde school en andere agrarische mbo’s in Noord-Nederland over de maatregelen die genomen moeten worden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren?

    Ik zal in gesprek blijven met AOC Terra over de uitkomsten van het gesprek met betrokkenen en de eventuele verbeteracties. Vanzelfsprekend is de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen onderwerp van gesprek in het bestuurlijk overleg met de gezamenlijke instellingen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z02326
Volledige titel: De kwaliteit van het middelbaar agrarisch onderwijs in Noord-Nederland
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-1423
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Dik-Faber over de kwaliteit van het middelbaar agrarisch onderwijs in Noord Nederland