Ingediend | 9 februari 2015 |
---|---|
Beantwoord | 18 maart 2015 (na 37 dagen) |
Indiener | Ahmed Marcouch (PvdA) |
Beantwoord door | Opstelten (VVD) |
Onderwerpen | recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z02200.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1602.html |
Ja.
Hierover kan ik geen mededelingen doen vanwege de belangen van opsporing en vervolging die verbonden zijn aan het in mijn antwoord op vraag 4 genoemde strafrechtelijk onderzoek naar deze zaak.
Het is bekend dat in gemeenschappen zoals een deel van de Pakistaanse gemeenschap het collectief belangrijker wordt gevonden dan het individu. Een op het collectief gerichte cultuur heeft positieve waarden en kanten. Mensen steunen elkaar en het grote sociale netwerk biedt bescherming en veiligheid. De gevoelde en daadwerkelijke druk van een collectieve gemeenschap kan echter groot zijn. De schaduwkanten zijn groot als het betekent dat een individu in de knel komt. Er is soms sprake van isolatie, beperking van bewegingsvrijheid en ontplooiingsmogelijkheden: een extreme mate van sociale controle. Religie, cultuur of traditie mogen nooit als excuus worden gebruikt voor het gebruiken van geweld tegen mensen, of voor het anderszins treden in de rechten en vrijheden van mensen.
Het Openbaar Ministerie heeft mij meegedeeld dat op 12 februari jongstleden het levenloze lichaam van de vrouw is aangetroffen. Haar echtgenoot is diezelfde dag aangehouden op verdenking van moord c.q. doodslag. Op 16 februari 2015 heeft de rechter-commissaris de bewaring van de verdachte bevolen voor de duur van veertien dagen.
Over het strafrechtelijk onderzoek kunnen vanwege de belangen van opsporing en vervolging geen mededelingen worden gedaan. De politie en het Openbaar Ministerie staan de gebruikelijke strafvorderlijke middelen ten dienste bij dit onderzoek.
Ik kan geen mededelingen doen over voor individuele kinderen genomen beschermingsmaatregelen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Marcouch (PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Spoorloos verdwenen na jaren van gedwongen isolement» (ingezonden 9 februari 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.