Ingediend | 28 januari 2015 |
---|---|
Beantwoord | 23 februari 2015 (na 26 dagen) |
Indieners | Louis Bontes (GrBvK), Joram van Klaveren (GrBvK) |
Beantwoord door | Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z01405.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1338.html |
Ja.
Enerzijds is dit cijfer te verklaren door een toegenomen bereidheid bij slachtoffers om dergelijke incidenten te melden, anderzijds lijkt er ook een tendens gaande waarbij de tolerantie jegens personen met een niet-heteroseksuele oriëntatie, maar ook jegens transpersonen afneemt. Vooral personen met een genderidentiteit en/of -expressie buiten de klassieke gender rolpatronen lijken daarbij potentieel een groter risico te lopen om slachtoffer te worden van discriminatie of geweld met een discriminatoir aspect.
Voor het kabinet is ieder geweldsincident er één te veel, en is de boodschap duidelijk dat agressief gedrag jegens LHBT’s onacceptabel is en hard wordt aangepakt – los van de achtergrond van de dader.
Zie antwoord vraag 2.
Naast de strafrechtelijke aanpak van discriminatie en geweld met een discriminatoir aspect zet het kabinet in op vroegtijdige signalering, preventie en nazorg. Daarbij spelen naast strafrechtelijke aspecten ook sociaal-maatschappelijke aspecten een belangrijke rol. Het kabinet schept ruimte voor een scala van activiteiten van verschillende departementen, lokale overheden, politie, anti-discriminatievoorzieningen en andere maatschappelijke organisaties.
De aanpak van homofoob geweld (en andere vormen van geweld met een discriminatoir aspect) is als «high impact crime» onderdeel van de Veiligheidsagenda 2015 – 2018. Daarnaast is er vanuit het Ministerie van OCW aandacht voor bewustwording rond de thema’s seksuele oriëntatie en genderidentiteit. Getracht wordt de voedingsbodem voor homo- en transfoob-geweld weg te nemen via activiteiten gericht op het vergroten van veiligheid en sociale acceptatie van LHBT’s op school, in de sport, binnen de zorg en in de directe woonomgeving. Daarbij krijgen risicogroepen die meer vatbaar zijn voor discriminatoir geweld (zoals jongeren, transgenders en LHBT’s uit levensbeschouwelijke en bi-culturele kringen) extra aandacht.
Tenslotte wordt dit jaar een landelijke voorlichtingscampagne voorbereid die omstanders aanspreekt op hun verantwoordelijkheid om actie te ondernemen tegen gesignaleerde discriminatie in hun omgeving en slachtoffers oproept om altijd melding of aangifte te doen bij discriminatoire incidenten.2
Hierbij bericht ik u, mede namens de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Veiligheid en Justitie, dat de schriftelijke vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) over het voortgaande anti-homogeweld in Amsterdam (ingezonden 28 januari 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.