Ingediend | 24 december 2014 |
---|---|
Beantwoord | 23 april 2015 (na 120 dagen) |
Indieners | Pieter Omtzigt (CDA), Enneüs Heerma (CDA) |
Beantwoord door | Opstelten (VVD), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | gezin en kinderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z23943.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2057.html |
Ja.
Ja. Ik heb de Raad voor de rechtspraak gevraagd advies uit te brengen over het verzoek van de Tweede Kamer om te komen tot een standaardrekenregel inzake de berekening van kinderalimentatie. Dit advies heb ik inmiddels ontvangen en is als bijlage bij deze beantwoording gevoegd.
In de publieksvoorlichting over de Wet hervorming kindregelingen (WHK) (via de tool Veranderingen kindregelingen) worden ouders nadrukkelijk gewezen op de mogelijke consequenties van deze wet voor kinderalimentatie en worden ook andere informatiebronnen genoemd. De inschakeling van de hulp van het Juridisch loket, mediators of advocaten, waarnaar ook in de reguliere overheidsvoorlichting wordt verwezen, kan bewerkstelligen dat ouders in overleg kunnen nagaan of de in de WHK opgenomen maatregelen nopen tot aanpassing van de lopende alimentatieverplichting.
De Raad voor de rechtspraak geeft in haar advies omtrent het komen tot een standaardrekenregel aan dat deze reeds bestaat (in de vorm van de alimentatienormen). Ouders kunnen wijziging verzoeken van de bij rechterlijke uitspraak of overeenkomst vastgelegde kinderalimentatie, als deze nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt te voldoen aan de wettelijke maatstaven. Bij een dergelijk verzoek dient men zich te realiseren dat de rechter, wanneer er grond is voor wijziging, alle bestaande relevante omstandigheden in aanmerking zal nemen. Dus ook omstandigheden die geen verband houden met de WHK. Ouders kunnen hierover advies inwinnen bij het Juridisch Loket of bij een mediator of advocaat.
Het advies van de Raad voor de rechtspraak is bijgevoegd.
In de analyse wordt aangegeven dat het kindgebonden budget voor wat betreft de vaststelling van kinderalimentatie niet wordt verwerkt bij de draagkracht maar in de vaststelling van de behoefte van het kind conform het Rapport Alimentatienormen 2015.
Ik heb kennisgenomen van de berichten via diverse mediabronnen en uw Kamervragen die ingaan op de gevolgen van de WHK voor kinderalimentatie. Dit is voor mij aanleiding geweest voor de hiervoor opgenomen analyse.
Ik verwijs voor de gevolgen in deze specifieke voorbeelden naar de genoemde analyse.
Zie antwoord vraag 8.
Zie antwoord vraag 8.
Zie antwoord op de vragen 16 en 17 van de leden Van Nispen/Siderius van 9 december 2014, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2055.
Zie antwoorden hiervoor op de vragen 4 en 5.
Zie antwoorden hiervoor op de vragen 4 en 5.
In mijn brief van 12 januari 2015 heb ik uw Kamer te kennen gegeven dat bedoelde Kamervragen voor mij aanleiding waren om in samenspraak met de overige betrokken bewindspersonen de gevolgen van de WHK nader in kaart te brengen, rekening houdend met het rapport van de Expertgroep alimentatienormen en het in de motie Heerma gevraagde advies van de Raad voor de rechtspraak. Daarbij heb ik aangegeven hiervoor enige tijd nodig te hebben. De bedoelde analyse treft u hierbij aan alsmede de beantwoording van de vragen.
Op 9 december en 24 december jl. heeft uw Kamer vragen gesteld over de mogelijke gevolgen van de Wet hervorming kindregelingen voor onder meer kinderalimentatie.6 Mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Financiën wil ik u als volgt informeren. De maatregelen, zoals opgenomen in de Wet hervorming kindregelingen, kunnen in meerdere of mindere mate effect hebben op de draagkracht van de onderhoudsplichtigen en de behoefte van de onderhoudsgerechtigde. De exacte doorwerking van deze maatregelen op het bedrag aan kinder-alimentatie is echter afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval. Uw Kamervragen zijn voor mij aanleiding om in samenspraak met voornoemde bewindspersonen de gevolgen van de Wet hervorming kindregelingen voor een aantal specifieke situaties nader in kaart te brengen. Hierbij zal het rapport van de Expertgroep alimentatienormen worden meegenomen. Tevens zal hierbij het nader gevraagde advies van de Raad voor de rechtspraak worden betrokken.7 Zodra deze nadere analyse is afgerond, zal ik uw Kamer informeren over de bevindingen en daarbij tevens bovengenoemde Kamervragen beantwoorden.