Ingediend | 12 december 2014 |
---|---|
Beantwoord | 8 januari 2015 (na 27 dagen) |
Indieners | Louis Bontes (GrBvK), Joram van Klaveren (GrBvK) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA), Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z22984.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-972.html |
Ja.
Er was op 21 juli geen sprake van rechtstreekse onderhandelingen met de separatisten. Het gesprek dat plaatsvond onder leiding van de OVSE met Borodai staat daarom niet op gespannen voet met de lijn van het kabinet.
Er is, zoals het artikel vermeldt, een verzoek gedaan door de Staf Grootschalig Bijzonder Optreden (SGBO) aan de heer van Vliet om via de OVSE afspraken te maken met de separatisten over toegang tot het rampgebied.
De leider van de LTFO-missie had een sturende rol voor de Nederlandse inspanningen op dat moment. De contacten met separatisten over toegang tot het rampgebied verliepen echter via de OVSE.
Er was op 22 juli 2014 nog geen sprake van een gezamenlijke missie. Vanwege het feit dat het een vliegtuig betrof van Maleysian Airlines met Maleisische bemanning aan boord, was Maleisië op eigen initiatief in Oekraïne. De opbouw van de onderlinge samenwerking vond reeds plaats, maar er was nog geen sprake van concrete samenwerkingsafspraken.