Ingediend | 28 november 2014 |
---|---|
Beantwoord | 3 december 2014 (na 5 dagen) |
Indieners | Geert Wilders (PVV), Raymond de Roon (PVV) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z21952.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-735.html |
De opmerkingen van een woordvoerder van het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken waren voor mij aanleiding nog dezelfde dag de Turkse ambassadeur hierop aan te spreken. Ook heb ik diezelfde dag mijn Turkse collega Cavusoğlu gebeld en hem namens het kabinet de ernstige zorgen over deze opmerkingen overgebracht. Ik heb erop gewezen dat Nederland een eigen integratiebeleid voert en dat hierbij geen inmenging past van andere landen.
Minister Cavusoğlu nam in het gesprek afstand van enige kritiek op de Nederlandse overheid of politiek. Daarna heeft de Turkse regering ook via de Turkse ambassade in Den Haag laten weten dat er geen sprake is van een Turkse beschuldiging tegen de Nederlandse regering, het Nederlandse volk of Nederland als land. Ten slotte heeft Minister Cavusoğlu in een interview met het NOS-journaal op 30 november gezegd dat Nederland geen racistisch land is.
Zie antwoord vraag 1.
De Patriotraketten staan in NAVO-verband in Turkije om de burgerbevolking en het grondgebied van een NAVO-bondgenoot te beschermen. Ik zie geen reden om onze NAVO-bondgenoot deze bescherming van onze patriots te ontzeggen en deze systemen eerder dan aangekondigd terug te halen.
Zie het antwoord op de vragen 1 en 2.
Zie antwoord vraag 3.
Nee. Het was mijn Turkse collega die in het telefoongesprek van 26 november afstand nam van enige kritiek op de Nederlandse overheid of politiek.
Zie antwoord vraag 6.