Ingediend | 27 november 2014 |
---|---|
Beantwoord | 2 december 2014 (na 5 dagen) |
Indieners | Gerard Schouw (D66), Kees Verhoeven (D66) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit economie ict openbare orde en veiligheid staatsveiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z21838.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-725.html |
Ja.
Zoals ik heb aangegeven richting uw Kamer op 14 oktober 2013, bij de beantwoording van Kamervragen van de leden Schouw en Verhoeven, naar aanleiding van berichtgeving van de Duitse krant Der Spiegel en de Belgische krant de Standaard, heeft de AIVD onderzoek verricht en destijds geen aanwijzingen aangetroffen dat Nederland een direct doelwit was van deze aanval (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 254).
Daarover kunnen in het openbaar geen mededelingen worden gedaan.
In het algemeen zijn geen garanties te geven. Nederland heeft een nationale cyber security strategie, waarbij diverse organisaties samenwerken om dreigingen op het gebied van digitale veiligheid tegen te gaan. In dit kader is ook de pilot Nationaal Detectie Netwerk gestart, waar de AIVD aan deelneemt.
In het algemeen zullen Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten buitenlandse diensten aanspreken indien sprake is van geconstateerde inbreuken op Nederlandse belangen. Over de inhoud van dergelijke contacten kan ik in het openbaar geen mededelingen doen.
Heimelijk uitgevoerde inlichtingenactiviteiten in en tegen Nederland zijn niet toelaatbaar. Er zijn nationaal en internationaal initiatieven ontplooid om digitale dreigingen tegen te gaan.
Vanuit de EU is er de Working Group on data protection. Ook is er aansluiting gezocht bij het acht-punten-programma van de Duitse Bondskanselier Merkel.
Zie antwoord vraag 6.