Ingediend | 22 oktober 2014 |
---|---|
Beantwoord | 21 november 2014 (na 30 dagen) |
Indiener | Tjitske Siderius (PvdA) |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z18660.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-625.html |
Voor de ouders en de kinderen die gebruik maakten van kinderopvang van Triodus is van belang dat de doorstart – die met gebruikmaking van de «pre-pack» methode voorafgaand aan de faillietverklaring is voorbereid onder het toeziend oog van de persoon die nu in het faillissement als curator is aangesteld – er in ieder geval toe heeft geleid dat het faillissement niet tot gevolg heeft gehad dat ouders en kinderen geconfronteerd werden met een plotselinge sluiting van kinderopvang-locaties. Bij andere faillissementen is het wel voorgekomen dat ouders van de ene op de andere dag voor een dichte deur stonden. Dat is hier niet gebeurd. Dat de opvang kon worden gecontinueerd met zo min mogelijk veranderingen voor ouders en kinderen vind ik een wenselijke uitkomst van de doorstart.
Ik realiseer me tegelijkertijd dat er bij het faillissement meer betrokkenen zijn. Zo geldt voor de getroffen werknemers dat hun situatie na de faillietverklaring, zoals altijd, onzeker is. Dit gegeven is een van de redenen waarom ik dan ook graag de positie van werknemers in faillissement nader wil onderzoeken. Ik heb dit onderzoek al toegezegd in het AO van 24 september. Ik zal u in het voorjaar verder informeren over dit onderzoek.
De SWKGroep heeft alle open zijnde locaties, 40 in totaal, overgenomen. Daarbij was het de bedoeling om continuïteit te bieden voor ouders, kinderen en zoveel mogelijk medewerkers. De SWKgroep heeft direct nadat zij met de curator een akkoord had bereikt over de doorstart de vakbonden geïnformeerd over de verwachte stappen met betrekking tot het personeel. Het uitgangspunt daarbij was om zoveel mogelijk uitvoerende medewerkers mee te nemen en daarbij aan te sluiten bij de regels van de Cao kinderopvang. De SWKgroep heeft mij gemeld dat 85% van de medewerkers uit het primaire proces een contract voor onbepaalde tijd aangeboden heeft gekregen. Alle ouders zijn direct geïnformeerd en er zijn aan hen nieuwe overeenkomsten aangeboden, waarbij prijs en product hetzelfde blijven.
De curator zal binnenkort middels het eerste openbare verslag verantwoording afleggen over de prepack periode. Daarin zal nadere informatie worden gegeven over de aanloop naar de doorstart met de SWKGroep die plaatsvond kort na de faillietverklaring en de daarbij geldende condities.
Triodus is een stichting zonder winstoogmerk. De transactie met de SWKGroep betrof, zoals bij een doorstart uit een faillissement gebruikelijk is, een zogenaamde activatransactie. De rendabele bedrijfsonderdelen van Triodus (dit zijn activa) zijn door de curator verkocht aan de SWKGroep. De SWKGroep is net als Triodus een stichting zonder winstoogmerk. De opbrengst van de verkoop is ten goede gekomen aan de boedel van de failliet verklaarde stichting Triodus en zal door de curator worden verdeeld onder de schuldeisers in het faillissement. De stichting Triodus zal na afwikkeling van het faillissement ophouden te bestaan.
Ik heb begrepen dat de vakbonden direct nadat de SWKGroep overeenstemming had bereikt met de curator van Triodus over de doorstart, geïnformeerd zijn over de verwachte stappen met betrekking tot het personeel.
In mijn ogen is het belangrijk voor de stabiliteit in de sector dat ondernemers oog hebben voor de continuïteit van hun onderneming. Tegelijkertijd begrijp ik dat dit niet altijd haalbaar is. Dat in tijden van economische tegenwind de kinderopvangsector – net als de rest van de economie – met tegenslag te maken krijgt vind ik spijtig, maar onvermijdelijk. Mijn beeld is dat ouders, meer nog dan vroeger, verschillende keuzemogelijkheden hebben als zij zich beraden op de beste oplossing voor hun kinderen. Dat is voor mij het belangrijkst.
Bij Triodus Kinderopvang was geen sprake van een zogenaamde overname-holdingconstructie. Zoals ik ook in mijn beantwoording op vragen over het faillissement van kinderopvangorganisatie Estro heb aangegeven, zijn in het belastingplan 2012 maatregelen getroffen om overnameholdingconstructies fiscaal bezien minder aantrekkelijk te maken. Ik verwacht dat dit soort constructies in de toekomst minder vaak zal voorkomen en zie nu geen aanleiding voor aanvullende wettelijke maatregelen.
De kinderopvangsector is een marktsector. Ik heb geen inzicht in de boekhouding van kinderopvangorganisaties en eventuele op handen zijnde faillissementen.
Zoals u weet is de kinderopvangsector een conjunctuurgevoelige sector. Ik vind het niet vreemd dat in deze tijden van economische tegenwind de sector consolideert en naar nieuwe oplossingen en organisatievormen zoekt, om zo de continuïteit van de dienstverlening aan ouders en kinderen te kunnen borgen. Dat alles moet natuurlijk wel binnen de wettelijke kaders voor kwaliteit. Daarnaast stel ik vast dat grote kinderopvangorganisaties of op winst gerichte organisaties gemiddeld geen lagere kwaliteit leveren. Dat vind ik ook logisch: ouders zijn in staat om een goede keuze te maken als het gaat om zoiets belangrijks als kwalitatief goede opvang voor hun kinderen.