Ingediend | 16 oktober 2014 |
---|---|
Beantwoord | 14 november 2014 (na 29 dagen) |
Indiener | Joram van Klaveren (GrBvK) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | defensie internationaal openbare orde en veiligheid staatsveiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z18276.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-559.html |
Ja.
Het ronselen of rekruteren van personen voor de gewelddadige jihad is strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht (Sr). In het bijzonder moet hierbij worden gedacht aan het in artikel 205 Sr strafbaar gestelde werven van een persoon voor vreemde krijgsdienst of gewapende strijd en het in artikel 134a Sr strafbaar gestelde deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme. In het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme dat de ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 29 augustus jongstleden aan uw Kamer zonden, is tevens meegedeeld dat in het kader van bestuurlijke maatregelen onder andere ter reductie van het aantal jihadgangers die worden geronseld door terugkeerders, gedacht wordt aan tijdelijke maatregelen als een periodieke meldplicht, contactverboden en medewerking aan herhuisvesting (Kamerstuk 29 754, nr. 253). Deze aanpak is integraal en geldt daarom ook voor eventuele (ex-)werknemers van Defensie.
In dit specifieke geval was er geen sprake van ronselpraktijken door de persoon in kwestie. De MIVD doet indien nodig onderzoek naar (mogelijke) radicalisering van medewerkers van Defensie. Defensie neemt de veiligheid van haar personeel zeer serieus. Als daartoe aanleiding bestaat worden voorzorgsmaatregelen genomen om de veiligheid en het beveiligingsbewustzijn van de medewerkers te verhogen. Om het beoogde effect niet te ondergraven, worden over genomen of nog te nemen maatregelen doorgaans geen mededelingen gedaan.
Zie antwoord vraag 2.
Over aantallen geradicaliseerde ex-medewerkers van Defensie die betrokken zijn bij jihadistische activiteiten kan ik geen uitspraken doen.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.