Ingediend | 10 oktober 2014 |
---|---|
Beantwoord | 8 december 2014 (na 59 dagen) |
Indiener | Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA) |
Onderwerpen | bestuur rijksoverheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z17785.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-764.html |
In 2011 heeft uw Kamer ingestemd met het Actieplan Laaggeletterdheid van toenmalig Minister van Bijsterveldt (zie actieplan laaggeletterdheid 2012–2015, Kamerstuk 28 760, nr. 22). In het Actieplan is de extra inzet van de Stichting Lezen & Schrijven in het kader van de pilots Taal voor het Leven opgenomen.2 In 2012 viel het kabinet voortijdig. Twee jaar later, in januari 2014, is mevrouw Van Bijsterveldt op vrijwillige basis begonnen als voorzitter van Stichting Lezen & Schrijven. Zij ontvangt geen vergoeding voor haar werkzaamheden en declareert geen onkosten. De adjunct-directeur die in het artikel wordt genoemd, is in 2012 via een reguliere sollicitatieprocedure aangenomen bij de Stichting Lezen & Schrijven. Ik herken mij dan ook niet in het beeld dat wordt opgeroepen in dit bericht.
Nee. Ik kan de aantijgingen van de anonieme bronnen die in het bericht worden aangehaald niet plaatsen en herken me niet in het beeld dat een «ons-kent-ons-cultuur» zou bestaan op het Ministerie van OCW. De subsidieverstrekking door mijn ministerie vindt plaats op basis van de «Aanwijzingen voor subsidieverstrekking» (Regeling van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 15 december 2009).
Het klopt dat de Stichting Lezen & Schrijven in 2014 circa € 8 miljoen subsidie ontvangt. Deze subsidies vallen onder het instrument «subsidies» van artikel 4 op de OCW begroting. Voor 2014 is onder deze post € 4 miljoen begroot voor het Actieplan Laaggeletterdheid, waarvan de Stichting Lezen & Schrijven € 3,3 miljoen ontvangt, en € 5 miljoen voor de pilots Taal voor het Leven, die door de Stichting Lezen & Schrijven worden uitgevoerd.
De Stichting Lezen & Schrijven is hiernaast incidenteel subsidie verleend voor het uitvoeren van andere projecten. Deze staan op andere artikelen van de OCW begroting. Het gaat hier o.a. om een subsidie voor het vergroten van de taalvaardigheid van vrouwen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en een subsidie voor de aanpak van laaggeletterdheid bij vrouwelijke werknemers in de zorg.
De Stichting Lezen & Schrijven ontvangt subsidie voor twee typen taken. Ten eerste gaat het om agendering van het onderwerp laaggeletterdheid bij gemeenten, bedrijven, scholen en bewustwording bij de doelgroep zelf. Hier is het Actieplan Laaggeletterdheid specifiek op gericht. De tweede taak betreft het ontwikkelen en uitrollen van nieuwe manieren van taalscholing voor laaggeletterden, onder meer met inzet van getrainde taalvrijwilligers. Hier is het pilotprogramma Taal voor het Leven voor bedoeld.
De Stichting Lezen & Schrijven heeft volgens haar gegevens 6 fte in dienst voor communicatie. De gemiddelde personeelskosten per medewerker bedragen, inclusief werkgeverslasten, 56.000 euro per jaar.
De kritiek strookt niet met de bevindingen van recent onderzoek van de Universiteit van Maastricht naar de effectiviteit van Taal voor het Leven.
Uit dit onderzoek komt bijvoorbeeld naar voren dat de taaltrajecten die binnen Taal voor het Leven zijn ontwikkeld positief verband houden met de perceptie van sociale inclusie en de taalvaardigheid van de deelnemers. Zo laten de onderzoeksresultaten onder meer zien dat:
Circa 50% tot 65% van de deelnemers een betere plek in de samenleving ervaart
Circa 70% van de deelnemers zijn of haar taalvaardigheden in de praktijk beter kan toepassen
Circa 53% van de deelnemers een betere leesvaardigheid heeft
Circa 58% van de deelnemers een betere schrijfvaardigheid heeft
Circa 53% van de deelnemers een betere psychische gezondheid en 39% een betere fysieke gezondheid ervaart
Circa 20% tot 35% van de deelnemers een betere arbeidsmarktpositie heeft 3
In vergelijking met de resultaten uit eerder onderzoek naar vergelijkbare taalprogramma’s scoort Taal voor het Leven gemiddeld bovendien beter.
De baten uit fondsenwerving en acties van derden bedroegen, blijkens het jaarverslag van de Stichting Lezen & Schrijven, in 2012 € 586.875,– en in 2013 € 544.166,–. Private partijen dragen overigens niet alleen financieel bij, maar ook door diensten «om niet» aan te bieden. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het ter beschikking stellen van locaties en catering, scholing van medewerkers of advieswerkzaamheden.
De Stichting Lezen & Schrijven heeft aangegeven dat de feestelijke bijeenkomsten die zij organiseren niet door het Ministerie van OCW worden gesubsidieerd, maar dat dergelijke evenementen gefinancierd worden vanuit private giften en diensten.
De onderzoeksresultaten van het pilotprogramma Taal voor het Leven laten zien dat de aanpak van de Stichting effectief is in het verbeteren van de perceptie van sociale inclusie en de taalvaardigheid van laaggeletterden. De activiteiten gericht op agendering en taboedoorbreking, die de Stichting Lezen & Schrijven in het kader van het Actieplan Laaggeletterdheid uitvoert, worden momenteel geëvalueerd door Ecorys en het Kohnstamm Instituut. Op grond daarvan zal bekeken worden op welke manier de aanpak van laaggeletterdheid zal worden voortgezet en welke partijen dat zullen gaan doen.
De afgelopen anderhalf jaar zijn circa 9.000 cursisten gestart met een Taal voor het Leven traject. Een «Taal voor het leven traject» kan zowel aanvullend zijn op een formele taalopleiding, bijvoorbeeld via een roc, als losstaand worden georganiseerd, via bijvoorbeeld een buurthuis of welzijnscentrum. In beide gevallen zijn bij een «Taal voor het Leven traject» taalvrijwilligers actief: als ondersteuning van professionals of zelfstandig als taalcoach of taalmaatje.
De afkomst van deelnemers aan een Taal voor het Leven traject wordt niet geregistreerd. Wel registreert de Stichting Lezen & Schrijven sinds juni 2014 bij het afnemen van de Taalmeter of deelnemers het Nederlands als moedertaal hebben. De Stichting Lezen & Schrijven geeft aan dat 32% van de personen die op basis van de Taalmeter als laaggeletterde wordt geïndiceerd Nederlands als moedertaal heeft.
Navraag wijst uit dat de Stichting Lezen & Schrijven hiermee doelt op Taal voor het Leven. In Taal voor het Leven wordt nadrukkelijk een ketenaanpak nagestreefd. De keten start ermee dat onder andere gemeenten, onderwijsinstellingen, bibliotheken en welzijnsorganisaties in een regio concrete afspraken maken om laaggeletterdheid aan te pakken. Via deze partners worden laaggeletterden gevonden en doorverwezen naar taalscholing in de buurt of wordt taalscholing geïntegreerd in bestaande trajecten rond bijvoorbeeld re-integratie. Deze taalscholing is nadrukkelijk een combinatie van formele en non-formele scholing. Gekwalificeerde docenten trainen en ondersteunen vrijwilligers die laagdrempelig, bij de cursist in de buurt, taalondersteuning op maat organiseren. Daarbij worden ook bibliotheken betrokken, waar cursussen worden gegeven en potentiële cursisten en taalvrijwilligers terecht kunnen met vragen. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 6 heb aangegeven, laat onderzoek van de Universiteit van Maastricht zien dat deze aanpak effectief is.
In vergelijking met de resultaten uit eerder onderzoek naar de impact van taaltrajecten in formele en non-formele onderwijssettingen binnen de welzijns-, arbeids-, onderwijs- en woonsector (De Greef et al., 2012) blijkt dat het aantal deelnemers dat een toename van sociale inclusie ervaart na deelname aan een «Taal voor het Leven» traject voor elke variabele van sociale inclusie hoger is.5
Zie hiervoor mijn antwoord op de vragen 10 en 12.
Met de motie Ypma c.s. (Kamerstuk 33 750, nr. 48) heeft de Tweede Kamer de regering verzocht om structureel € 5 miljoen extra te reserveren voor de aanpak van laaggeletterdheid. Op dit moment wordt het Actieplan Laaggeletterdheid geëvalueerd. Het pilotprogramma Taal voor het Leven wordt doorlopend geëvalueerd. Op basis van deze evaluaties zal besluitvorming plaatsvinden over de inzet van de beschikbare middelen voor de aanpak van laaggeletterdheid vanaf 2016. In het voorjaar van 2015 stuur ik samen met de Minister van SZW en de Staatssecretaris van VWS over de integrale aanpak van laaggeletterdheid vanaf 2016, inclusief de besteding van de beschikbare middelen.
De Stichting Vrienden van de Gaykrant heeft in totaal een bedrag van bijna drieënhalve ton gekregen voor vier projecten. Daaronder viel ook de subsidie «Opstart digitale ontmoetingsplaats minderjarige homoseksuele jongeren». Er was voor OCW aanleiding deze subsidie nader te onderzoeken. Dit onderzoek is inmiddels afgerond.
De subsidie «Opstart digitale ontmoetingsplaats minderjarige homoseksuele jongeren» aan de Stichting Vrienden van de Gaykrant bedroeg € 206.833,-. Dit gehele bedrag vorder ik terug. De uitkomst van het onderzoek is dat de Auditdienst Rijk heeft geoordeeld dat de controle van de accountant ten onrechte heeft geleid tot een goedkeurende controleverklaring. De accountant van de stichting Vrienden van de Gay Krant heeft zijn verklaring vervolgens ingetrokken. Daarmee is niet (meer) voldaan aan de subsidievoorwaarden. Om die reden vorder ik nu dit gehele bedrag aan subsidie terug.
Naar aanleiding van de terugvordering bij de SVGK zal ik bekijken welke lessen we kunnen leren van deze subsidieverlening.
Op 7 oktober 2014 heeft het lid Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) mij vragen gesteld over het bericht «vermeende vriendjespolitiek op het Ministerie van OCW» (2014Z17437). Op 10 oktober 2014 heeft het lid Van Dijk (SP) mij vragen gesteld over omstreden subsidies (2014Z17785). Omdat de zorgvuldige beantwoording van deze vragen nog enige tijd zal vergen, ben ik niet in staat de vragen binnen de gebruikelijke termijn te beantwoorden. Naar verwachting ontvangt u in de tweede week van november mijn antwoord.