Ingediend | 8 oktober 2014 |
---|---|
Beantwoord | 28 oktober 2014 (na 20 dagen) |
Indiener | Sharon Gesthuizen (GL) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur criminaliteit openbare orde en veiligheid rijksoverheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z17589.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-365.html |
De in de uitzending van het televisieprogramma Zembla op 2 oktober 2014 genoemde mogelijke onregelmatigheden zijn ernstig. De integriteit van de overheid is mogelijk in het geding. Daarom heeft het kabinet maatregelen getroffen, waarover de Minister voor Wonen en Rijksdienst uw Kamer twee werkdagen na de uitzending heeft geïnformeerd (Kamerstukken II 2014/15, 26 643, nr. 327).
Voor zover het inlichten van uw Kamer het opsporings- en onderzoeksbelang niet in de weg staat zal u – indien daartoe aanleiding bestaat – over de uitkomsten van de lopende onderzoeken en maatregelen worden geïnformeerd door de desbetreffende Ministers.
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft op 3 oktober jl., daags na de uitzending van Zembla over de mogelijke misstanden bij overheidsaanbestedingen, een oproep in de media geplaatst om mededingingsproblemen bij overheidsaanbestedingen bij haar te melden. Informatie kan desgewenst ook anoniem worden gemeld. De ACM heeft de bevoegdheden om problemen te onderzoeken op overtredingen van mededingingsregelgeving. Als de meldingen en andere aanwijzingen aanleiding geven om zo’n mededingingsrechtelijk onderzoek te starten, dan zal de Minister van Economische Zaken uw Kamer te zijner tijd over de uitkomsten daarvan informeren. Tussentijds rapporteren over de voortgang van een eventueel onderzoek is niet mogelijk, omdat de ACM, vanwege het onderzoeksbelang, geen informatie kan verstrekken over lopende onderzoeken.
Op 8 oktober jl. heeft de gemeente Rotterdam melding gedaan bij de ACM en op 17 oktober is aangifte gedaan bij de Rijksrecherche. Het college van burgemeester en Wethouders informeert de Rotterdamse gemeenteraad actief over de mogelijke integriteitsschendingen bij de gemeente Rotterdam.
Naar aanleiding van informatie die het Openbaar Ministerie (OM) heeft ontvangen, onder meer door aangiftes van het Ministerie van Defensie en de gemeente Rotterdam, wordt door de Rijksrecherche een oriënterend onderzoek uitgevoerd. Over een oriënterend onderzoek worden in het algemeen – vanwege het mogelijke opsporingsbelang en vanwege het onderzoeksbelang – geen mededelingen gedaan. Een dergelijk onderzoek kan immers leiden tot een strafrechtelijk onderzoek, dat niet is gediend bij het voortijdig bekendmaken van (onderzoeks-) gegevens. Als daartoe aanleiding bestaat, wordt uw Kamer te zijner tijd geïnformeerd over de uitkomsten van een eventueel strafrechtelijk onderzoek.
De Ministeries van Veiligheid en Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Defensie en Economische Zaken werken intensief samen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft contact gelegd met de gemeente Rotterdam over mogelijke onregelmatigheden bij aanbestedingen. Het contact met de ACM over mededinging verloopt via het Ministerie van Economische Zaken. Overleg met de ACM vindt zowel op reguliere en – als daartoe aanleiding is – op incidentele basis plaats. Dit overleg heeft, gelet op de onafhankelijke positie van de ACM, geen betrekking op mededingingsrechtelijk onderzoek in individuele gevallen, maar op de meer algemene aspecten van mededinging.
Op dit moment wordt onderzocht of, en zo ja op welke wijze vertrouwelijke informatie in de handen van daartoe niet gerechtigde personen is terechtgekomen.
Om de kans op het lekken van vertrouwelijke informatie zo klein mogelijk te maken zijn er waarborgen in de procedure opgenomen. Zo wordt bij aanbestedingen de kring van betrokkenen beperkt gehouden en bestaan er sancties op schending van geheimhoudingsverplichtingen. De sancties zijn van toepassing op zowel ambtenaren als externen. Ondanks deze waarborgen is het risico op (bewust of onbewust) lekken van informatie op voorhand niet uit te sluiten.
Daarnaast zal in de Aanbestedingswet 2012 bij de implementatie van de nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijn, richtlijn 2014/24/EU betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten, een nieuw artikel worden opgenomen over belangenverstrengeling. Het artikel zal aanbestedende diensten expliciet verplichten om passende maatregelen te nemen om belangenconflicten tijdens de aanbestedingsprocedure te onderkennen, te voorkomen en op te lossen om vervalsing van de mededinging te voorkomen.
Europese aanbestedingen worden door teams uitgevoerd waarin verschillende expertises zijn vertegenwoordigd. Beslissingen in een aanbesteding worden genomen op basis van de uitkomst van de beoordeling door het aanbestedingsteam.
De betrokkenheid van meerdere personen verkleint de kans op integriteitsschendingen. Tegelijkertijd is de vertrouwelijkheid van informatie gebaat bij een beperkte kring van betrokkenen. Aanbestedende diensten moeten daarin een juiste balans vinden.
Zie het antwoord op vraag 2 en 4.
Het kartelverbod in de Mededingingswet verbiedt het maken van afspraken die de mededinging beperken. Hoewel de mededingingsautoriteit slechts achteraf kan optreden tegen kartels en deze niet vooraf kan voorkomen, gaat er van het verbod en het toezicht daarop een preventieve afschrikwekkende werking uit. Die preventieve afschrikwekkende werking is sinds 2001 meerdere malen versterkt. Allereerst is het toezicht op het mededingingsrecht onafhankelijk gepositioneerd.
Daartoe is in 2005 de toenmalige Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) omgevormd tot zelfstandig bestuursorgaan, met alle toezichts- en handhavingsbevoegdheden die daarbij behoren.
Daarnaast is, mede naar aanleiding van de evaluatie van de Mededingingswet (Kamerstukken II 2003/04, 29 272, nr. 1) waarin de ervaringen uit de bouwfraude een belangrijke rol hebben gespeeld, in 2007 een aantal nieuwe bevoegdheden voor de NMa (nu de ACM) geïntroduceerd. De belangrijkste daarvan zijn de bevoegdheden om in de onderzoeksfase een woning te betreden zonder de toestemming van de bewoner, om bedrijfsruimten en voorwerpen te verzegelen en handhavend op te treden tegen verbreking van een verzegeling en om tijdelijk documenten mee te nemen. Tevens zijn toen de sancties op overtreding van de mededingingsregels aangescherpt: introductie van de bevoegdheid voor de mededingingsautoriteit om een boete op te leggen aan een bestuurder of feitelijk leidinggevende en een verhoging van de maximale boete voor het overtreden van de medewerkingsplicht. Al deze maatregelen hebben de effectiviteit van het mededingingstoezicht, en daarmee zowel de pakkans als de preventieve afschrikwekkende werking, substantieel vergroot. Om die preventieve afschrikwekkende werking van het kartelverbod nog verder te vergroten, bereidt de Minister van Economische Zaken op dit moment bovendien een wetsvoorstel voor ter verhoging van de wettelijke boetemaxima van de boetes die de ACM kan opleggen, waaronder de kartelboetes. Naar verwachting zal dit wetsvoorstel begin 2015 bij de Tweede Kamer worden ingediend.
Als er een vermoeden bestaat van gepleegde strafbare feiten, staat het ter beoordeling van het OM of strafrechtelijk onderzoek opportuun is. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 bevindt het onderzoek zich nog in een oriënterende fase. Een ondernemer die voor een of meer van de feiten genoemd in artikel 2.86 en/of 2.87 van de Aanbestedingswet 2012 onherroepelijk is veroordeeld, kan voor maximaal vier jaar van de mededinging aan overheidsopdrachten worden uitgesloten.
Eventueel dan nog lopende contracten met een ondernemer die voor één van de hiervoor genoemde feiten onherroepelijk is veroordeeld, kunnen afhankelijk van de omstandigheden worden beëindigd.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst heeft op 15 oktober jl. met de branchevereniging Nederland ICT gesproken. Nederland ICT heeft inmiddels extra maatregelen aangekondigd op het gebied van integriteit en mededinging.
De Minister van Veiligheid en Justitie heeft op 15 mei jl. in een debat met uw Kamer toegezegd dat hij voor de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Veiligheid en Justitie zal reageren op de initiatiefnota met deze strekking van het lid Gesthuizen. Er volgt zo spoedig mogelijk een brief.