Ingediend | 26 september 2014 |
---|---|
Beantwoord | 23 oktober 2014 (na 27 dagen) |
Indiener | Khadija Arib (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z16662.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-315.html |
Ja.
Als gevolg van de regeling uit 2012 inzake de periodieke herregistratie in het BIG-register moeten artsen in 2017 voldoen aan herregistratie-eisen BIG-register. Het federatiebestuur van de KNMG vindt het noodzakelijk dat een SCEN-arts in de praktijk werkzaam is en over kennis en vaardigheden met betrekking tot het geregistreerde specialisme beschikt. Inschrijving in het Register Geneeskundig Specialismen is daarom hoofdregel. Daarop zijn uitzonderingen mogelijk als gelijkgestelde werkzaamheden worden verricht, zoals in een hospice. Aan SCEN-artsen worden kortom strenge eisen gesteld om de kwaliteit te borgen. Als aan die eisen wordt voldaan, betekent dat ook een registratie als basisarts mogelijk is. Naar schatting zullen ruim 100 SCEN-artsen zich niet meer herregistreren.
In enkele van de genoemde regio’s is inderdaad sprake van een uitstroom van een kwart tot een derde van de SCEN-artsen. De KNMG en VWS zagen echter in 2012 reeds aankomen dat er vanaf 2017 een aantal SCEN-artsen niet meer aan de gestelde eisen zou kunnen voldoen. De KNMG heeft daarom de opleidingscapaciteit vergroot, maar heeft ook veel overleg met de SCEN-groepen over de benodigde capaciteit. De KNMG spant zich samen met alle groepen SCEN-artsen in om daar waar nodig nieuwe SCEN-artsen te werven en op te leiden. Deze inspanningen hebben gewerkt, want sinds 2012 zijn 167 nieuwe SCEN-artsen aan de slag gegaan en er worden dit jaar nog eens bijna dertig opgeleid. In de genoemde SCEN-groepen moeten voor 2017 per groep tussen de twee en vier nieuwe SCEN-artsen worden geworven en opgeleid. In de groep SCEN-Utrecht, waar naar verwachting een derde van SCEN-artsen niet meer wordt geherregistreerd in het BIG-register, is er inmiddels een wachtlijst voor artsen die tot SCEN-arts willen worden opgeleid.
In 2013 hebben de 668 registreerde SCEN-artsen naar schatting 7.000 consultaties uitgevoerd. Dat is gemiddeld bijna 11 consultaties per SCEN-arts per jaar. De benodigde capaciteit wordt mede bepaald op basis van de behoefte aan capaciteit van SCEN-artsen in een regio. Het totaal aantal SCEN-artsen neemt niet af, maar de KNMG houdt continu de vinger aan de pols om te zorgen dat er in iedere groep voldoende SCEN-artsen zijn. Ook in de financiering vanuit VWS wordt rekening gehouden met de mogelijke uitbreiding van het aantal SCEN-artsen.
Het projectteam en de adviesraad van SCEN besteden uitgebreid aandacht aan het vraagstuk van overdracht van kennis en intercollegiale toetsing. Er is geen reden om aan te nemen dat de in- en uitstroom van SCEN-artsen gevolgen heeft voor de praktijk van euthanasie en hulp bij zelfdoding.
Ja, zie ook mijn antwoord op vragen 3 en 4.