Ingediend | 15 augustus 2014 |
---|---|
Beantwoord | 10 september 2014 (na 26 dagen) |
Indieners | Machiel de Graaf (PVV), Geert Wilders (PVV) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z14080.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2963.html |
Ja.
Nee, die mening deel ik niet. De verantwoordelijkheid voor crimineel gedrag ligt bij de delictpleger zelf. Criminelen worden opgespoord, vervolgd en berecht. Ouders kunnen worden vervolgd indien zij opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van een misdrijf of daarbij behulpzaam zijn (artikel 48 Wetboek van Strafrecht). De burger mag verwachten dat de overheid tegen criminaliteit optreedt, hetgeen ook gebeurt.
De intrekking van de Nederlandse nationaliteit en uitzetting wegens een veroordeling voor commune misdrijven is niet mogelijk. Op grond van de rijkswet op het Nederlanderschap kan het Nederlanderschap wel worden ingetrokken als sprake is van een onherroepelijke veroordeling wegens staatsondermijnende activiteiten, die strafbaar zijn gesteld in Boek II, titels I tot en met IV, Wetboek van Strafrecht, en waarop een gevangenisstraf van 8 jaar of meer is gesteld. Betrokkene mag door de intrekking van de Nederlandse nationaliteit echter niet staatloos worden.
Ik verwijs in dit kader naar de brief van 29 augustus 2014 waarin ik u samen met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heb geïnformeerd over het actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme. In het actieprogramma zijn onder meer maatregelen opgenomen om de mogelijkheden te verruimen het Nederlanderschap te ontnemen van onderkende uitreizigers die zich aansluiten bij een terroristische groepering.
Nee, ik ben daar niet toe bereid. De doelstelling is Nederland veiliger te maken. Het kabinet, het lokaal bestuur, politie en openbaar ministerie blijven onverminderd stevig inzetten op de aanpak van overlast en criminaliteit in Nederland, ongeacht de afkomst van degenen die overlast en criminaliteit veroorzaken. De keuze om daarbij buurtregisseurs en welzijnsmedewerkers in te zetten is aan het lokaal bestuur.