Ingediend | 14 augustus 2014 |
---|---|
Beantwoord | 18 september 2014 (na 35 dagen) |
Indieners | Geert Wilders (PVV), Teun van Dijck (PVV), Martin Bosma (PVV) |
Beantwoord door | Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z14050.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-5.html |
Het krantenartikel waar in deze vraag op gedoeld wordt wekt de suggestie dat internationale wisselkantoren afgelopen anderhalf jaar 108 keer aan de FIU-Nederland melding hebben gedaan van het overmaken van geld aan terroristen. Deze voorstelling van zaken is onjuist.
Financiële instellingen, waaronder wisselkantoren, zijn op basis van de Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (Wwft) verplicht ongebruikelijke transacties aan de FIU-Nederland te melden. Er zijn twee soorten ongebruikelijke transacties die gemeld moeten worden:
Om de meldingen van de laatste categorie te ondersteunen heeft de FIU-Nederland met de financiële instellingen diverse (financiële) profielen gedeeld, waaronder een overzicht van de relevante jihadistische strijdgebieden en de plekken waar geld opgehaald kan worden. Tevens heeft de FIU-Nederland met de Nederlandse Vereniging voor Banken (NVB) het Terrorismefinanciering Platform opgezet dat als doel heeft de financiële instellingen beter te informeren over gesignaleerde trends en ontwikkelingen in de financiering van terrorisme.
Alle meldingen die worden ontvangen worden vervolgens door de FIU-Nederland geanalyseerd. De meldingen die te relateren zijn aan (potentiële) uitreizigers en terroristische groeperingen worden doorgemeld naar de opsporings- en inlichtingendiensten. In 2013 werden in totaal 108 dossiers (die meerdere meldingen van ongebruikelijke transacties kunnen omvatten van diverse financiële instellingen) op die wijze doorgemeld. Uit het verdere (opsporings)onderzoek moet vervolgens blijken of er inderdaad sprake is (geweest) van terrorismefinanciering of dat de melding informatie bevat waarmee inzicht verkregen kan worden in terroristische netwerken.
Over de inhoud daarvan kan in het kader van het lopende onderzoek geen uitspraak worden gedaan. Uit hoofde van de wettelijke geheimhoudingsplicht kunnen geen nadere gegevens vermeld worden omtrent de in het geding zijnde bedragen.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Zoals in de beantwoording van de eerste drie vragen aangegeven is, is vooralsnog in geen van de 108 dossiers aangetoond dat er sprake is van geld dat vanuit Nederland ter beschikking is gesteld aan terroristische groeperingen of personen en zijn alle 108 dossiers doorgemeld naar de opsporings- en inlichtingendiensten. Uit het verdere (opsporings-)onderzoek moet vervolgens blijken of inderdaad sprake is (geweest) van terrorismefinanciering of dat, zoals veelal het geval lijkt te zijn, ze informatie bevatten waarmee inzicht verkregen kan worden in terroristische netwerken.
Financiële steun verlenen aan het plegen, voorbereiden of vergemakkelijken van een terroristische misdrijf is strafbaar. Het Openbaar Ministerie (OM) besluit per geval of tot vervolging wordt overgegaan. Daarbij betrekt het OM de bij de Landelijke Eenheid en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten beschikbare informatie. Naast deelneming aan een terroristische organisatie (artikel 140a Sr) is ook de financiering van terrorisme strafbaar gesteld (art 421 Sr). Na een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling wegens onder andere terroristische misdrijven, zoals deelname aan een terroristische organisatie, kan momenteel het Nederlanderschap worden ontnomen.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.