Ingediend | 13 augustus 2014 |
---|---|
Beantwoord | 27 augustus 2014 (na 14 dagen) |
Indieners | Joram van Klaveren (GrBvK), Louis Bontes (GrBvK) |
Beantwoord door | Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | landbouw organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z14017.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2784.html |
Ja.
Eurocommissaris Damanaki doet in haar weblog een oproep aan consumenten om een duurzame keuze te maken wanneer zij op vakantie vis consumeren. Zij geeft daarbij aan dat 96% van de vis uit de Middellandse Zee overbevist is, dat juveniele vis, zoals babyinktvis, nog geen kans gehad heeft om zich te reproduceren en dat bodemberoerende vistechnieken niet selectief zijn en beschadiging aan de zeebodem veroorzaken. Wat de Eurocommissaris in haar weblog schrijft, vind ik primair aan haar en is haar verantwoordelijkheid. Onmiskenbaar heeft bodemberoerende visserij effect op het ecosysteem. Daarom worden in het kader van Natura 2000 bijvoorbeeld ook specifieke maatregelen voor deze tuigen genomen. Echter niet alle boomkortuigen veroorzaken evenveel bodemberoering. Mede daarom maakt ik me binnen Europa ook hard voor de pulsvisserij. Met dit tuig wordt schol en tong gevangen met veel minder bodemberoering dan met andere boomkortuigen.
Nee, de Eurocommissaris heeft zich ook niet specifiek uitgelaten tegen de Nederlandse visserij. Zij laat een kritisch geluid uit de samenleving horen tegen niet-selectief vissen en bodemberoering. Ik ben met de Eurocommissaris van mening dat het goed is als consumenten zich bewust zijn van wat zij eten en daarin duurzame keuzes maken. Daarnaast ben ik van mening dat de Nederlandse visserijsector, met name die partijen die het duurzaamheidscertificaat MSC hebben behaald, alles doet voor een zo groot mogelijke selectiviteit en zo min mogelijk bodemberoering, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van de pulstechniek. Ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid zullen ook de komende tijd doorzetten en daar zullen we gezamenlijk aan moeten blijven werken. Daarbij is het ook aan de sector zelf om actief te laten zien wat allemaal aan verduurzaming is gedaan en zo hun eigen product en productiewijze richting maatschappij te verantwoorden.
Zie antwoord vraag 3.