Ingediend | 1 augustus 2014 |
---|---|
Beantwoord | 2 september 2014 (na 32 dagen) |
Indieners | Geert Wilders (PVV), Machiel de Graaf (PVV) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA), Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid recht staatsrecht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z13823.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2867.html |
Ja.
Uit de berichtgeving van Rochdale5 hierover blijkt dat Rochdale, in een poging om langdurige wederzijdse irritatie tussen twee buren op te lossen, beide bewoners een brief heeft gestuurd waarin zij gesommeerd werden een Israëlische respectievelijk Palestijnse vlag weg te halen. Rochdale geeft aan dat zij zich achteraf realiseert dat de toon van de brieven niet passend was en dat zij daarmee de indruk heeft gewekt de vrijheid van meningsuiting in de weg te willen staan. Rochdale betreurt het sommeren tot het verwijderen van de vlaggen en heeft beide bewoners een excuusbrief gestuurd. Gezien de intenties van Rochdale en de stappen die zij inmiddels heeft gezet, wordt actie richting de woningcorporatie niet overwogen.
Een onderzoek naar mogelijke voedingsbodems en triggerfactoren voor antisemitisme, aangekondigd in de brief aan uw Kamer van 16 januari 2014 over de «Ronde tafels antisemitisme»6 zal begin 2015 worden opgeleverd. In dit onderzoek wordt onder meer gekeken naar persoonlijke- en omgevingskenmerken die zorgen voor ontvankelijkheid voor discriminatie en antisemitisme. Religieuze overtuigingen maken deel uit van dit onderzoek.
Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) van januari 2014 blijkt dat veel moslims discriminatie ervaren.7 Bijna twee op de drie moslims rapporteren tenminste één negatieve discriminatie-ervaring in het afgelopen jaar. Van de ondervraagde moslims geeft 22 procent aan dat zij op straat nageroepen wordt of uitgescholden. Van de moslims uit dit onderzoek heeft 7 procent te maken gehad met bedreiging en geweld. De vraag in hoeverre zij uit angst hun hoofddoek of djellaba niet meer durven dragen op straat maakt geen onderdeel uit van dit onderzoek van het SCP.
Op 4 augustus jongstleden heb ik, samen met de Minister-President en de Minister van Veiligheid en Justitie, gesproken met de Joodse gemeenschap. Naar aanleiding van dit gesprek is een verklaring uitgegaan waarin duidelijk is gemaakt dat de Nederlandse overheid alle beschikbare maatregelen neemt om antisemitisme en discriminatie tegen te gaan, en minderheidsgroepen de benodigde bescherming te bieden. Verder zijn momenteel aanvullende en verscherpte maatregelen getroffen bij verschillende Joodse instellingen. U kunt er van uitgaan dat bescherming van de joodse gemeenschap, waaronder joodse kinderen, geboden wordt zolang dat nodig is.
Extremisme van wie dan ook vormt een bedreiging van onze rechtsstaat en wordt hard aangepakt door het kabinet. Onder verwijzing naar de Integrale Aanpak Jihadisme, is het kabinet voornemens van onderkende uitreizigers, die zich aansluiten bij een terroristische strijdgroepering, het Nederlanderschap te ontnemen.
In de huidige situatie is het zo dat indien iemand een strafbaar feit heeft begaan, het aan de rechter is om te beoordelen welke straf passend is, gelet op het delict, de persoon van de dader(s) en het aangedane leed. De intrekking van de Nederlandse nationaliteit wegens een veroordeling voor commune misdrijven is niet mogelijk. Wel kan de Nederlandse nationaliteit afgenomen worden indien sprake is van een onherroepelijke veroordeling voor een terroristisch misdrijf dat is gepleegd na 1 oktober 2010. Na het intrekken van het Nederlanderschap, wordt betrokkene ongewenst vreemdeling verklaard en wordt hij uitgezet.
Voor zover het vreemdelingen betreft, is voor het beëindigen van het rechtmatig verblijf een onherroepelijke veroordeling nodig waarna aan de hand van de glijdende schaal wordt beoordeeld of het rechtmatig verblijf kan worden beëindigd. Het recht op eerbiediging van privé, familie- en gezinsleven zoals vastgelegd in artikel 8 van het EVRM speelt bij deze beoordeling een belangrijke rol. Als het rechtmatig verblijf van een vreemdeling wordt beëindigd, krijgt hij een inreisverbod opgelegd of wordt hij ongewenst verklaard en moet hij Nederland direct verlaten. Als de vreemdeling dat niet doet, kan hij worden uitgezet.