Ingediend | 17 juli 2014 |
---|---|
Beantwoord | 28 augustus 2014 (na 42 dagen) |
Indieners | Raymond Knops (CDA), Angelien Eijsink (PvdA) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z13484.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2791.html |
Ja.
Ja, Zr.Ms. Evertsen is op zondag 6 juli vanuit Den Helder naar zee vertrokken, heeft de Russische destroyer Admiral Levchenko geïdentificeerd en is enige tijd meegevaren. Tijdens de nacht heeft ook Zr.Ms. Friesland enkele uren meegevaren.
Grotere oorlogsschepen zoals het Russische vliegdekschip Admiral Kuznetsov en de kruiser Pjotr Vilikiy, afkomstig van de Russische Noordelijke Vloot, maakten in het verleden gebruik van een route die west van Ierland en Schotland loopt. Op 8 mei 2014 voer voor het eerst in meer dan twintig jaar een vlootverband rond een oorlogsschip door de Noordzee en de Nederlandse EEZ.
Eenheden van de Russische marine varen overigens op jaarbasis meerdere keren door de Noordzee en de Nederlandse EEZ. Ook namen Russische eenheden de afgelopen jaren meerdere keren deel aan onder andere de Nederlandse en de Belgische vlootdagen. De passages door de Noordzee vinden hoofdzakelijk plaats door één tot drie Russische schepen afkomstig van de Russische Noordelijke en Baltische vloot. Het betreft hier Russische marine-eenheden die deel gaan nemen of hebben deelgenomen aan de internationale antipiraterijmissie (Hoorn van Afrika) of landingsvaartuigen die worden ingezet in de Zwarte- en Middellandse Zee. Voor deze eenheden is een route door de Noordzee en het Kanaal gebruikelijk.
In de Navo wordt aandacht besteed aan scheepsbewegingen van bepaalde landen en vindt tussen de hoofdkwartieren afstemming en informatie-uitwisseling plaats. Zo is het vlootverband van het Russische vliegdekschip Admiral Kuznetsov reeds op 6 mei 2014 ten westen van Frankrijk geïdentificeerd door Zr.Ms. De Zeven Provinciën, die op weg was naar de EU antipiraterijmissie Atalanta. Andere Navo-landen hebben hiervoor en erna de positie bijgehouden. Het vlootverband volgde de algemeen voorgeschreven vaarroute door internationale wateren.
Of een vlootverband (of enkel schip) wordt opgevangen en gevolgd door een Nederlands schip wordt per voorval bepaald. Hierbij is het van belang of het vlootverband al wordt gevolgd door een partner en welke schepen daarvoor beschikbaar zijn. Op het moment van de passage van de Kuznetsov langs Nederland was het niet noodzakelijk het vlootverband te volgen met een Nederlands schip. Omdat het vlootverband niet is afgeweken van de algemeen voorgeschreven vaarroute door internationale wateren, was er geen aanleiding de Kamer te informeren.
Op 25 juni 2014 hebben twee Russische landingsschepen van de Ropucha-klasse dezelfde route gevolgd.
Er is een toename van assertief gedrag van de Russische lucht- en zeestrijdkrachten waar te nemen. Dit uit zich in het intensiever schaduwen en escorteren van Navo-marineschepen en vliegtuigen in de Russische perifere zee- en luchtgebieden zoals de Zwarte Zee en de Oostzee. Overigens hanteren Navo-lidstaten een gelijke modus operandi voor die zee- en luchtgebieden die grenzen aan Navo lidstaten (zoals op of boven de Oost- en Noordzee). Ook het gebruik van de vaarroute door de Noordzee is een voorbeeld van dit toegenomen assertieve gedrag.
Het doorkruisen van de Noordzee door de Admiral Kutznetsov taakgroep op 8 mei 2014 kan inderdaad worden gezien als een uiting van de vrije keuze om te varen in internationale wateren waar men dat wil.
Op 10 september 2013, 23 april 2014, 19 en 21 augustus jl. hebben telkens twee TU-95 Bear-H bommenwerpers in de nabijheid van het Nederlandse verantwoordelijkheidsgebied gevlogen. Zij zijn niet binnen dat gebied geweest.
Begin jaren ’90 werden de gedurende de Koude Oorlog gebruikelijke patrouillevluchten van Russische strategische bommenwerpers beëindigd. Vanaf 2007 zijn deze hervat. De frequentie van de patrouillevluchten van Russische strategische bommenwerpers is de laatste jaren toegenomen. Daarnaast zijn de patrouillegebieden de afgelopen jaren uitgebreid. Zo hebben er tevens vluchten plaatsgevonden naar het Caraïbisch gebied.
De lange afstandsvluchten met de Russische bommenwerpers worden uitgevoerd boven internationale wateren in vrij toegankelijk internationaal luchtruim. Deze vliegtuigen doorkruisen het Nederlandse verantwoordelijkheidsgebied meerdere keren per jaar, maar schenden niet het Nederlandse luchtruim. Er is geen verplichting om dergelijke vluchten vooraf aan te kondigen. Met het uitvoeren ervan overtreedt Rusland geen internationale regels. De vluchten worden dan ook niet beschouwd als schending, provocatie of internationaal incident. Wel is Nederland van mening dat de Russische bommenwerpers zich vanwege vliegveiligheidsredenen zouden moeten melden bij het binnenvliegen van die delen van het internationale luchtruim waarbinnen luchtverkeersleiding wordt verzorgd (waaronder het vluchtinformatiegebied Amsterdam). De op basis van nationale wetgeving bestaande meldingsplicht wordt tijdens dit soort vluchten doorgaans niet gerespecteerd. De vluchten worden uit veiligheidsoverwegingen door vliegtuigen van Navo-bondgenoten begeleid en in de gaten gehouden, zoals dat ook gebruikelijk is met vliegtuigen van andere niet-Navo-landen.
Onderstaand overzicht geeft de data waarop Russische bommenwerpers richting het door Navo aan Nederland toegewezen verantwoordelijkheidsgebied zijn gevlogen. Met deze vluchten overtreedt Rusland geen internationale regels. De vluchten worden dan ook niet beschouwd als schending, provocatie of internationaal incident. Deze bommenwerpers zijn daarbij altijd in opdracht van de Navo onderschept door vliegtuigen van de Noorse, Deense, Duitse, Britse of Nederlandse Luchtmacht. Exacte gegevens over de acties die door de Navo zijn genomen, zijn gerubriceerd en kunnen niet in dit antwoord worden verwerkt.