Ingediend | 16 juli 2014 |
---|---|
Beantwoord | 19 september 2014 (na 65 dagen) |
Indieners | Mariëtte Hamer (PvdA), John Kerstens (PvdA) |
Beantwoord door | Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z13467.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-42.html |
Ja.
Ja. Zie ook het antwoord op vraag 5.
Tijdens het vragenuur van 17 juni jl. heb ik heb aangegeven dat in het kader van het Actieplan bestrijden van schijnconstructies van mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ook wordt gekeken naar de rol van de opdrachtgever en de rol die deze zou moeten spelen bij het tegengaan van uitbuiting, oneerlijke concurrentie en verdringing. Ik werk hierbij nauw samen met mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. We moeten er voor waken de opdrachtgever overal verantwoordelijk voor te maken. Het moet voor de opdrachtgever te controleren zijn. Zoals gezegd: mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is hiermee bezig in het Actieplan bestrijden van schijnconstructies en ik wil hier niet op vooruitlopen.
De ILT heeft geen wettelijke basis voor het doen van dergelijk onderzoek. De ILT ziet toe op naleving van de vervoerswetgeving en deze richt zich op de transportondernemingen en chauffeurs, niet op opdrachtgevers. Zoals in het antwoord op vraag 3 aangegeven wordt door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gekeken naar de vraag, wat de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever in het kader van de aanpak van schijnconstructies zou moeten zijn.
In de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) zal een aantal voorstellen worden gedaan die ook helpen schijnconstructies in de transportsector aan te pakken. De belangrijkste zijn:
Bij Kamerbrief van 4 juli 2014 (Kamerstuk 17 050, nr. 484) heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang in de aanpak van schijnconstructies. Daarin is de WAS, die nu voor advies voorligt bij de Raad van State, op hoofdlijnen beschreven.