Ingediend | 14 juli 2014 |
---|---|
Beantwoord | 8 september 2014 (na 56 dagen) |
Indieners | Madeleine van Toorenburg (CDA), Peter Oskam (CDA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z13375.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2941.html |
Ja.
Uit door de provincie Noord-Brabant aan mij verstrekte informatie blijkt dat er in 2013 ongeveer 150 dumpingen hebben plaatsgevonden. De gemiddelde opruimkosten per dumping zijn 20.000 euro. In totaal bedroegen de opruimkosten in 2013 dus 3 miljoen euro. In 2014 zijn er in Noord-Brabant tot eind mei 90 dumpingen geregistreerd. De opruimkosten bedragen dit jaar dus bijna 2 miljoen euro. De provincie Noord-Brabant verwacht dat over heel 2014 de opruimkosten zo’n 5 miljoen euro zullen bedragen.
Zie antwoord vraag 2.
De TaskForce Brabant Zeeland (TaskForce BZ) speelt een belangrijke aanjagende rol bij de gezamenlijke aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit. Ik ondersteun deze aanpak in Brabant en Zeeland onder meer door het leveren van een financiële bijdrage. In 2014 betreft mijn bijdrage € 750.000 voor het werk van het Integraal Afpakteam Brabant Zeeland en € 500.000 voor de andere activiteiten van de TaskForce BZ.
Vanuit mijn ministerie wordt jaarlijks een bedrag van € 520.000 in de algemene bijdrage voor de politie gereserveerd voor de LFO. Inmiddels heeft de politie aangegeven dat de kosten voor de LFO voor 2014 zijn geprognosticeerd op tenminste € 832.000,–. Gezien het feit dat de capaciteit van de LFO in 2014 is verdubbeld (van 4 naar 8 LFO-coördinatoren) betekent dit dat deze kosten verder zullen stijgen en worden geprognosticeerd op € 1.223.000,–.
Het aantal drugsdumpingen moet worden teruggebracht. Met het aanpakken van de productie van synthetische drugs wordt ook het aantal drugsdumpingen teruggedrongen. De aanpak van de productie van drugs heeft daarom onverminderd prioriteit, ook na 2014. Een belangrijke focus daarbij ligt op het verstoren van het productieproces. Het wordt criminelen moeilijk gemaakt om aan het benodigde gereedschap en de chemische grondstoffen te komen, bijvoorbeeld door intensieve internationale samenwerking met de bronlanden van deze grondstoffen. Naast deze aanpak aan de voorkant loopt in Noord-Brabant een project gericht op de aanpak van dumpingen. Diverse partners werken daarin samen om de gevolgen van de drugsdumpingen en de daarmee gepaard gaande opruimkosten te beperken. Ook wordt er in het kader van dit project door politie en openbaar ministerie (OM) bij drugsdumpingen onderzocht of de dader kan worden achterhaald om zo, naast een mogelijk strafrechtelijk vervolg, de opruimkosten te kunnen verhalen. De aanpak van synthetische drugs is bovendien een van de prioriteiten van de intensivering van de aanpak van ondermijnende criminaliteit in Zuid-Nederland. Concreet ziet de intensivering in Zuid-Nederland op het inzetten van meer capaciteit door de politie, binnen de bestaande capaciteit, ten behoeve van de integrale aanpak van ondermijning. Met behulp van vaste ondermijningsteams kan sneller geacteerd worden op signalen van ondermijnende criminaliteit, waaronder drugsdumpingen. Voor een nadere uitwerking van de intensivering verwijs ik graag naar mijn brief van 4 september 2014 over dit onderwerp.
De aanpak van mobiele labs in bijvoorbeeld vrachtwagens, containers en aanhangers, maakt onderdeel uit van de training en voorlichting van opsporingsambtenaren die zijn belast met de bestrijding van synthetische drugs. Tevens is de nodige kennis overgebracht aan verkeersdiensten en specialistische onderdelen van de Nationale politie.
Bepaalde vormen van criminaliteit hebben een zodanig ondermijnend karakter, of een zodanige impact op de samenleving dat ik het van belang vind te benadrukken dat het een bijzonder belangrijke aangelegenheid betreft die topprioriteit verdient.
Ik heb gewezen op de doelstelling dat eind 2014 het aantal aangepakte criminele samenwerkingsverbanden moet zijn verdubbeld, omdat deze doelstelling op een beperkt aantal thema’s ziet waarvan synthetische drugs er één is. In de beantwoording is tevens gewezen op het belang van een gezamenlijke aanpak van drugsdumpingen, zoals in het project in Noord-Brabant en de verdubbelde capaciteit bij de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) om de problemen rondom dumpingen van drugsafval aan te pakken.
Het actieprogramma waar ik momenteel aan werk met mijn Franse, Belgische en Luxemburgse collega’s zal later dit jaar gereed zijn en naar uw Kamer worden gestuurd. Ik acht het niet wenselijk op de inhoud daarvan vooruit te lopen.
Nee, het College van procureurs-generaal heeft mij gemeld dat het niet beschikt over een overzicht van zaken waarin verdachten zijn veroordeeld ter zake van het dumpen van drugsafval. Zoals ik reeds heb gemeld in antwoord op vragen van de leden Jacobi en Rebel over «Handhaving dumping drugsafval in de natuur»6, kan het dumpen van drugsafval onder verschillende feiten worden vastgelegd, hetzij als een milieudelict hetzij als overtreding van de Opiumwet. Het dumpen van drugsafval wordt als zodanig niet geregistreerd in de bedrijfsprocessensystemen van het OM. Navraag bij de Eenheid Limburg van de Nationale politie heeft uitgewezen dat ook door de politie voor dit soort incidenten niet tevens een afzonderlijke classificatie wordt gebruikt. Deze incidenten zijn derhalve niet onder de noemer van «dumpen van drugsafval» in het bedrijfsprocessensysteem Basisvoorziening Handhaving (BVH) te identificeren.
Uit het meest recente jaarbericht van de Nationale Drugs Monitor (NDM), de NDM 2012, blijkt dat bij politie en Koninklijke Marechaussee in 2012 in totaal 18.327 verdachten van Opiumwetdelicten zijn geregistreerd en 18.098 Opiumwetzaken zijn ingestroomd bij OM. Per verdachte kan meer dan één zaak geregistreerd zijn. De zaken die door OM zijn afgedaan zijn onder te verdelen in: dagvaarding (59,8%), transactie (15,8%), beleidssepot (8,7%), technisch sepot (9,4%), voeging (1,0%), strafbeschikking (5,4%). Uit de cijfers blijkt verder dat 9.491 zaken door de rechter zijn afgedaan. Dit heeft in 3.211 zaken geleid tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf, in 3.610 zaken tot een taakstraf en in 1.040 zaken tot een geldboete.
Nee. De nationale politie ontvangt meldingen en aangiften van dit soort delicten.
Slechts de zaken die leiden tot een verdachte, worden ingezonden naar het OM. Vanuit deze optiek leidt afzonderlijke registratie door het OM niet tot het genereren van extra informatie, maar slechts tot extra registratiedruk voor de medewerkers van het OM. Ik zet mij er juist voor in om administratieve lasten terug te dringen.
In mijn brief van 20 mei 20149 aan uw Kamer heb ik gemeld dat ik bereid ben om een financiële bijdrage te leveren om de kennis over de aanpak van drugsdumpingen in Noord-Brabant ook voor andere provincies beschikbaar te stellen. Daarvoor heb ik een bedrag van 20.000 euro gereserveerd. Over de uitvoering daarvan is inmiddels op ambtelijk niveau tussen Noord-Brabant en mijn ministerie overleg gaande.
In de voorbije periode zijn forse inspanningen geleverd voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Naar aanleiding van signalen van politie, OM en het openbaar bestuur is besloten de geïntegreerde aanpak van ondermijnende criminaliteit in Zuid-Nederland te intensiveren. Concreet ziet de intensivering in Zuid-Nederland op het inzetten van meer capaciteit door de politie, binnen de bestaande sterkte, ten behoeve van de aanpak van ondermijning. Met behulp van vaste ondermijningsteams kan sneller geacteerd worden op signalen van ondermijnende criminaliteit, waaronder drugscriminaliteit. Voor een nadere uitwerking van de intensivering verwijs ik graag naar mijn brief van 4 september 2014 over dit onderwerp. Voor wat betreft het waarborgfonds wijs ik er op dat er geen wettelijke beperkingen zijn aan het vormen van een waarborgfonds, zoals de provincie Noord-Brabant dit heeft voorgesteld. Het staat deze provincie dus vrij om een dergelijk fonds te vormen, maar voor zover mij bekend is dat nog niet gebeurd. Het verzoek van de provincie Noord-Brabant om een waarborgfonds (mede) te vullen uit Plukze-gelden heb ik, zoals ik op 20 mei van dit jaar (TK 2013–2014, 29 911, nr. 91) aan uw Kamer heb laten weten, afgewezen omdat deze gelden in de algemene middelen vloeien.
Zie antwoord vraag 15.
In het registratiesysteem van het OM worden wel de rechterlijke uitspraken geregistreerd met het oog op de executie van die uitspraken. Registratie van de motivering van de uitspraken vindt niet plaats, omdat zo’n registratie zou leiden tot een grote werklastverzwaring van het OM. Bovendien worden niet alle vonnissen schriftelijk gemotiveerd en is (met name in politierechterzaken) vaak sprake van een verkort (mondeling) vonnis. Registratie van vonnissen zou niet leiden tot betrouwbare gegevens met betrekking tot de redenen die hebben geleid tot strafvermindering of vrijspraak. Onlinegepubliceerde uitspraken bevatten niet de informatie die nodig is om deze vraag te beantwoorden. Daarvoor zal zeer arbeidsintensief dossier- en jurisprudentieonderzoek noodzakelijk zijn.
Zoals ik uw Kamer reeds heb gemeld in de beantwoording van de vragen van het lid Oskam14 heeft het OM geen hoger beroep ingesteld vanwege de ouderdom van de zaak en de beperkte onderzoeksmogelijkheden die resteren op het punt van de start van het onderzoek. De kans dat het Hof tot een ander oordeel zou komen werd als klein ingeschat.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Oskam en Van Toorenburg (beiden CDA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Nu al even veel drugsafval gedumpt als in heel 2013» (ingezonden 14 juli 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.