Ingediend | 8 juli 2014 |
---|---|
Beantwoord | 18 augustus 2014 (na 41 dagen) |
Indieners | Arnold Merkies , Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA), Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | financiën organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z13140.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2721.html |
Ja.
Nee, dat klopt niet. De EU heeft bij de VS aangegeven interesse te hebben om in TTIP bepalingen op te nemen over de regulering van financiële dienstverlening. Tot nu toe is de reactie van de VS terughoudend, omdat de VS van mening is dat afspraken hierover beter in andere bilaterale fora aan bod kunnen komen, zoals het bestaande Financial Markets Regulatory Dialogue (FMRD). De EU vindt dat, gezien de vele veranderingen en nieuwe regelgeving sinds de crisis, er een modern raamwerk moet komen om snel en transparant samen te kunnen werken aan een stabiel financieel systeem.
Nee, ik deel deze mening niet. Het doel van de EU is niet om in TTIP internationale standaarden op het gebied van financiële regulering op te stellen of af te zwakken. Deze standaarden worden in internationale fora als de G20, de Financial Stability Board en het Basel Comité afgesproken. TTIP verandert deze situatie niet.
Het doel van de EU in TTIP is om een institutioneel raamwerk te creëren waarin regelgevende autoriteiten van de EU en de VS kunnen samenwerken en elkaar kunnen consulteren bij de uitwerking van deze internationaal afgesproken standaarden op het gebied van financiële regulering. Door potentiële conflicten eerder op te merken en samen op te pakken, is de inzet juist een versterking van de financiële stabiliteit.
Nee.
De inzet van de EU is niet om in TTIP afspraken te maken over de inhoud van financiële regelgeving.
De Nederlandse inzet in TISA (Trade in Services Agreement) is gericht op een verbeterde toegang voor onze dienstverleners tot buitenlandse markten, het recht op gelijke behandeling van buitenlandse en binnenlandse dienstverleners, en het maken van eenduidige afspraken over onderwerpen die de handel in diensten faciliteren en nu nog niet in de GATS (General Agreement on Trade in Services, 1994) geregeld zijn, zoals e-commerce en overheidsaanbestedingen.
Wanneer zich voldoende partijen bij de TISA-onderhandelingen hebben aangesloten, zal ik mij bovendien inzetten om TISA onder het raamwerk van de WTO te brengen om zo de continuïteit van het mondiale handelssysteem te waarborgen. Tenslotte zal ik mij hard maken om de Minst Ontwikkelde Landen zonder tegenprestatie gebruik te laten maken van de voordelen uit dit akkoord wanneer het is afgerond.
Nee, voor Nederland zijn de voorlopige bepalingen in TISA aangaande financiële dienstverlening niet ingrijpender dan de huidige GATS-regels.
Nederland en veel andere EU-landen hebben zich sinds 1994 in de GATS verplicht aan de principes van vrije markttoegang voor en gelijke behandeling van buitenlandse financiële dienstverleners. Deze principes zullen door Nederland in TISA worden herbevestigd en niet worden uitgebreid of afgezwakt. Regulering van de financiële sector blijft uiteraard mogelijk, indien dit op non-discriminerende wijze gebeurt.
Daarnaast heeft Nederland zich in 1997, net als de andere landen van de toenmalige Europese Gemeenschap, gebonden aan de Understanding on Commitments in Financial Services, waarin WTO-leden extra verplichtingen op het gebied van financiële diensten aan zijn gegaan. In deze Understandingis al een zogenaamde «standstill»-bepaling opgenomen. Dit wil zeggen dat het in principe niet mogelijk is om bestaande liberalisering in de financiële sector terug te draaien. Dezelfde «standstill»-bepaling is ook onderdeel van het huidige TISA-voorstel over financiële dienstverlening. Niet alle landen die deelnemen aan de TISA-onderhandelingen hebben zich in 1997 namelijk gebonden aan de Understanding.
Een belangrijke uitzondering op deze «standstill»-bepaling is de vrijheid die WTO-leden hebben om prudentiële maatregelen te nemen om de integriteit en stabiliteit van hun financiële systeem te waarborgen. Deze bepaling is terug te vinden in artikel 2 van de Annex on Financial Services van de GATS en is ook onderdeel van de huidige TISA voorstellen over financiële dienstverlening. Alle WTO-leden, en in de toekomst naar verwachting ook de deelnemers aan TISA, behouden het recht om de handel in financiële diensten aan banden te leggen om het eigen financiële systeem stabiel te houden, of consumenten of investeerders te beschermen.
Het zal niet zo zijn dat het resultaat van TISA één op één zal worden overgenomen in TTIP, vanwege de grote verschillen tussen deze twee onderhandelingen.
In TISA onderhandelen 23 zeer verschillende landen uitsluitend over handel in diensten. TTIP is een bilaterale onderhandeling tussen alleen de EU en de VS en bestrijkt veel meer handelspolitieke onderwerpen dan alleen handel in diensten. Het is nog niet te voorspellen welk akkoord eerder zal zijn afgerond.
Mijn verwachting is dat de afspraken over diensten in TTIP op het gebied van markttoegang en aanvullende bepalingen verder zullen gaan dan in TISA. De TISA-onderhandelingen worden immers gedaan door een groep van landen die erg van elkaar verschilt qua ontwikkelingsniveau, waardoor het moeilijker is om een ambitieus resultaat te bereiken.
De TISA-voorstellen zijn met name gebaseerd op de bestaande Annex on Financial Services en de Understanding on Commitments in Financial Services. De EU voldoet al aan beide verdragen. Wat betreft regelgevende samenwerking gaat het om voorstellen die een inspanningsverplichting geven ten aanzien van transparantie. Dit betekent dat partijen bijvoorbeeld beloven zich in te spannen om nieuwe financiële regelgeving kenbaar te maken aan het brede publiek en hen de mogelijkheid geven hier commentaar op te geven.
Het voorstel van de EU voor regelgevende samenwerking in TTIP gaat verder. Dit verplicht partijen bijvoorbeeld om elkaar vooraf te consulteren wanneer zij internationaal afgesproken standaarden gaan implementeren. Daarnaast stelt de EU voor onderzoek te doen naar de opties voor wederzijdse erkenning van elkaars regelgevend kader, om zo onder meer onnodige handelsbarrières en inconsistenties voor bedrijven weg te nemen. Het gaat hier nadrukkelijk niet om een vooraf in TTIP opgelegde wederzijdse erkenning van elkaars financiële regels, maar slechts een eerste verkenning naar de mogelijkheden en uitwerking van dit principe.