Ingediend | 7 juli 2014 |
---|---|
Beantwoord | 7 oktober 2014 (na 92 dagen) |
Indiener | Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD), Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z13080.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-191.html |
Het bericht bevat verschillende onjuistheden. Nederland deelt geen inlichtingen met het Malinese leger, zoals in het artikel wordt gesteld (zie ook beantwoording vragen 2 en 7). Minister Timmermans heeft niet gezegd dat de Malinese regering niets ziet in het plan van de VN om een politieke oplossing te bereiken. Tot slot zijn er geen aanwijzingen dat de Malinese regering door middel van provocatie samenwerking tussen Toearegs en jihadisten wil bewerkstelligen zodat buitenlandse militairen beide groeperingen zouden bestrijden.
Nederland deelt geen inlichtingen met het Malinese leger. De Nederlandse bijdrage aan de All Sources Information Fusion Unit(ASIFU), onderdeel van de vredesoperatie van de VN in Mali (MINUSMA), verwerft, analyseert en produceert inlichtingen namens, voor en ten behoeve van MINUSMA. Deze inlichtingen staan ter beschikking van de Force Commander, de Head of Mission, de MINUSMA-brigades, de regionale VN-hoofdkwartieren en de civiele componenten van MINUSMA. Hieraan zijn geen restricties verbonden, met uitzondering van bronbescherming. Het is aan de VN om te bepalen of het binnen het mandaat en de strategie van de missie past om inlichtingen te delen met de Malinese regering.
Nederland kiest evenmin de kant van een van de strijdende partijen. Als onderdeel van de VN-missie MINUSMA voeren Nederlandse militairen het mandaat van de missie uit. Onderdeel daarvan is het versterken van de operationele coördinatie met het Malinese leger, binnen de kaders van de Ouagadougou Akkoorden. Een van de andere taken is samenwerken met de Malinese autoriteiten en hen te ondersteunen bij het op gang brengen van een inclusief en geloofwaardig onderhandelingsproces.
Zie antwoord vraag 2.
De Commandant der Strijdkrachten heeft deze uitspraken niet gedaan. Hij heeft onderstreept dat de door Nederland verzamelde inlichtingen bestemd zijn voor de VN. Zoals gezegd is het aan de VN om te bepalen of het binnen het mandaat en de strategie van de missie past om inlichtingen te delen met de Malinese regering.
Zie antwoord vraag 4.
De VN-Veiligheidsraad heeft MINUSMA ingesteld op verzoek van de Malinese autoriteiten. De Malinese regering heeft ingestemd met het mandaat van de missie. Mede dankzij de inspanningen van Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal (SVSG) Koenders en voorzitter van de Afrikaanse Unie president Aziz ondertekenden de regering en de gewapende groeperingen na de gewelddadigheden in Kidal op 23 mei een staakt-het-vuren. Er is geen aanleiding om te concluderen dat de machthebbers bezwaar zouden hebben tegen bemiddeling door SVSG Koenders.
Tijdens een recent bezoek van Minister Timmermans aan Mali heeft zowel president Keita als premier Mara gezegd een politieke oplossing na te streven. Zij realiseren zich dat daarvoor compromissen moeten worden gesloten. Ook de diverse groeperingen in het noorden hebben zich tot onderhandelen bereid verklaard. Inmiddels zijn in Algiers voorbereidende besprekingen gevoerd tussen de Malinese regering enerzijds en zes groeperingen uit het noorden anderzijds. Op 24 juli jl. hebben de besprekingen geresulteerd in de ondertekening door alle betrokken partijen van een routekaart voor de definitieve onderhandelingen. Deze onderhandelingen zullen naar verwachting begin september beginnen. SVSG Koenders is hier nauw bij betrokken.
Dit neemt niet weg dat er binnen de Malinese regering bewindspersonen zijn die een agressievere toon aanslaan om zo een reactie van de Toearegs uit te lokken. De grootste uitdaging blijft de bevolking in het noorden en zuiden effectief bij het verzoeningsproces te betrekken.
Zie antwoord vraag 2.
Het lid De Roon (PVV) heeft mij op 7 juli 2014 verzocht vragen over de inlichtingenverstrekking door het Nederlandse leger aan het leger van Mali te beantwoorden (kenmerk 2014Z13078). Het lid Jasper van Dijk (SP) stelde aanvullende vragen, namelijk over het bericht dat Nederland inlichtingen over Toearegs verstrekt aan het Malinese leger (kenmerk 2014Z13080). Hierbij meld ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, dat het niet mogelijk is om de vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De Kamer zal de antwoorden voor het einde van het reces ontvangen.