Ingediend | 19 juni 2014 |
---|---|
Beantwoord | 3 juli 2014 (na 14 dagen) |
Indiener | Agnes Wolbert (PvdA) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z11422.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2425.html |
Het stagefonds staat niet alleen open voor instellingen die intramurale zorg leveren, maar ook wel degelijk voor instellingen die extramurale zorg leveren. Intramurale en extramurale zorginstellingen worden volledig gelijk behandeld. Dat is al vanaf de start van het stagefonds in 2008. Gegeven de ook door u geconstateerde verschuivingen in de zorg is dat van wezenlijk belang.
De situatie in de blog waarnaar u verwijst heeft betrekking op iets anders. De instelling waar het daar om gaat levert namelijk geen zorg in het kader van de Zvw, de AWBZ, de Wmo of de Wet op de Jeugdzorg. Vanaf de start van het stagefonds is dat de voorwaarde waaraan instellingen dienen te voldoen.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Vanwege de hervormingen in de langdurige zorg en de jeugdzorg en het daarmee gepaard gaande onderscheid tussen enerzijds zorg in het kader van de Zvw, Wlz en de Jeugdwet en anderzijds ondersteuning in het kader van de Wmo 2015, dient ook een heroriëntatie op de reikwijdte van het stagefonds plaats te vinden. Voor het subsidiejaar 2014–2015 wordt alles nog bij het oude gelaten. Voor de periode daarna (vanaf subsidiejaar 2015–2016) wordt een nieuwe afweging gemaakt. De uitkomsten daarvan zullen tijdig aan de betrokken instellingen medegedeeld worden.