Ingediend | 2 juni 2014 |
---|---|
Beantwoord | 20 juni 2014 (na 18 dagen) |
Indiener | Ronald Vuijk (VVD) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z09900.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2313.html |
Ja.
Na de aanslag claimde een woordvoerder van al-Shabaab verantwoordelijkheid voor de aanslag. Hij verklaarde dat deze was gericht op «een feestlocatie voor Navo-personeel», in het bijzonder Franse militairen. Weliswaar noemde de woordvoerder Nederland een keer, maar waarschijnlijk had dit te maken met de perspublicaties waarin de nationaliteiten van de slachtoffers werden genoemd. Het is onwaarschijnlijk dat de aanslag specifiek tegen Nederlandse militairen was gericht.
De MIVD beschikt niet over aanwijzingen dat er intenties zijn om terroristische aanslagen specifiek te richten op Nederlandse militairen in de regio. De MIVD acht het wel waarschijnlijk dat al-Shabaab in toenemende mate de intentie heeft om terroristische acties specifiek te richten tegen Navo, EU en VN-vertegenwoordigers in de regio. Tot voor kort ging het vooral om minder beveiligde (lokale) doelen. De dreiging verschilt nog steeds per land en stad.
De aanslag heeft geen gevolgen voor de operaties van de Nederlandse marine in de regio en evenmin voor de operaties Ocean Shield en Atalanta.
Het operationele hoofdkwartier van EU Atalanta (Northwood) heeft uit voorzorg een aantal maatregelen afgekondigd om de veiligheid van EUNAVFOR-personeel te waarborgen. Zo is een havenbezoek aan Djibouti onder EU-vlag in ieder geval tot eind juni a.s. alleen toegestaan als logistieke stop voor een maximum van twee dagen. Daarnaast geldt een passagiersverbod voor het centrum van Djibouti en mogen bemanningsleden zich op bepaalde tijdstippen niet op straat begeven tenzij dit essentieel is voor de missie.
De Navo baseert haar adviezen over havenbezoeken op de eigen dreigingsappreciatie. Indachtig de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke landen, adviseert de Navo haar commandanten en de landen die aan Ocean Shield deelnemen.
De aanslag heeft geen gevolgen voor de mogelijkheden om in Djibouti te bevoorraden. Het haventerrein wordt relatief veilig geacht. Voorts maakt de MIVD een dreigingsanalyse voorafgaand aan elk havenbezoek. Op grond daarvan treft de commandant van de eenheid, al dan niet in samenwerking met de lokale autoriteiten, maatregelen om de risico’s zoveel mogelijk te beperken.
De Nederlandse defensieattaché in Addis Abeba heeft incidenteel contact met de Franse en Amerikaanse militaire autoriteiten over de veiligheidssituatie in Djibouti. EUNAVFOR heeft een nauw samenwerkingsverband met de Djiboutaanse en Franse veiligheidstroepen. Veel troepen die in hotels waren gelegerd zijn nu (tijdelijk) op Franse bases ondergebracht. Daarnaast heeft Frankrijk zijn force protection status verhoogd, wat onder andere inhoudt dat schoolbussen met Franse leerlingen worden beveiligd en dat er een passagiersverbod voor het centrum van Djibouti is afgekondigd.
De MIVD heeft regelmatig overleg met partnerdiensten. Over de inhoud hiervan worden in het openbaar geen mededelingen gedaan.