Ingediend | 7 mei 2014 |
---|---|
Indiener | Michiel van Nispen |
Onderwerpen | burgerlijk recht recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z08200.html |
Naar aanleiding van de vragen van het lid Van Nispen van uw Kamer over de positie van de minderjarige in het erfrecht, de bescherming van het geërfde vermogen en het toezicht hierop (2014Z08200), deel ik u het volgende mee. De heer Van Nispen verwijst naar een aantal publicaties van de hand van J.H.M. ter Haar die in 2012 en 2013 in het WPNR zijn verschenen. Deze publicaties, met uitzondering van de publicatie uit 2013, vormen een onderdeel van het proefschrift, Minderjarigen en (de zorg voor hun) vermogen, waarop dr. Ter Haar op 25 april 2013 promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. In de publicatie in het WPNR uit 2013 en in zijn proefschrift doet dr. Ter haar enkele aanbevelingen om de vermogenspositie van minderjarigen te verbeteren. In het kader van het nagaan of een of meerdere Boeken van het Burgerlijk Wetboek «onderhoud» behoeven en naar aanleiding van genoemde publicaties van dr. Ter Haar, heb ik besloten de regelingen met betrekking tot de positie van de minderjarige ter zake van genoemde onderwerpen nader te doen beschouwen. Ik heb om die reden in 2013 aan het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) verzocht ruimte te creëren voor een onderzoeksopdracht. Die ruimte is voorzien voor 2015. Op dit moment is het WODC doende om in overleg met mij de onderzoeksopdracht te formuleren, waarna offerte zullen worden aangevraagd. De vragen die de heer Van Nispen stelt, zullen alle aan de orde komen in het onderzoek. Ik wil u dan ook voorstellen om de resultaten van het onderzoek af te wachten. Vanzelfsprekend zal het onderzoeksrapport zoals gebruikelijk aan uw Kamer worden aangeboden, vergezeld van een kabinetsstandpunt. Te zijner tijd zullen wij dan kunnen bezien of wetswijziging gewenst is en zo ja, zal ter zake een wetsvoorstel aan uw Kamer worden voorgelegd.