Ingediend | 15 april 2014 |
---|---|
Beantwoord | 12 mei 2014 (na 27 dagen) |
Indiener | Sander de Rouwe (CDA) |
Beantwoord door | Wilma Mansveld (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid ruimte en infrastructuur |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z06892.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1912.html |
Ja.
In hoeverre het voorgestelde plan voordelen heeft, kan ik op dit moment nog niet goed beoordelen. Voor een goede beoordeling van de plannen is primair een brede probleemanalyse vereist, waarbij verschillende oplossingsrichtingen worden verkend.
Het aanmeldingstermijn van projecten voor het Programma Verbeteren Veiligheid Overwegen (PVVO) sloot op 31 december 2010. Projecten die vallen onder het PVVO zijn inmiddels gerealiseerd danwel momenteel in uitvoering. Het bovengenoemde plan is van een latere datum (begin 2014) en is ook niet aangemeld bij het PVVO. De overweg Rijksstraatweg in Tytsjerksteradiel staat overigens wel op de lijst van overwegen met verbeterpotentieel van het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) en kan voor de volgende tranche van het LVO worden aangemeld, zoals ik recent ook heb aangegeven in mijn brief aan de decentrale bestuurders en het bijbehorende Programmaplan LVO. Zoals toegezegd in het AO LTSa van 15 april jongstleden zal ik uw Kamer na het meireces informeren over de voortgang van het LVO en de projecten die in de eerste tranche worden opgenomen.
In het kader van het LVO lopen op dit moment gesprekken met de gemeente Tytsjerksteradiel over de mogelijke opname van dit project in de tweede tranche van het LVO. De gemeente kan het project – bij voorkeur via de provincie – aanmelden voor het LVO. Opname van een project in een tranche van het LVO is mogelijk als er een gedeeld beeld bestaat van de probleemanalyse, cofinanciering en andere voorwaarden zoals omschreven in het programmaplan LVO. Een besluit over opname van projecten in de tweede tranche van het LVO zal worden genomen tijdens het BO MIRT in het najaar van 2014. Dan kan er duidelijkheid geboden worden over een eventuele rijksbijdrage aan het project, waarbij deze maximaal 50% van de meest kosteneffectieve oplossing zal bedragen.