Ingediend | 13 maart 2014 |
---|---|
Beantwoord | 14 april 2014 (na 32 dagen) |
Indiener | Machiel de Graaf (PVV) |
Beantwoord door | Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | economie transport |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z04666.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1728.html |
Ja.
Mocht het zo zijn dat het gedrag van bepaalde vrachtwagenchauffeurs structureel hinder oplevert voor andere chauffeurs, dan is dit ongewenst.
Alle klachten van Nederlandse vrachtwagenchauffeurs neem ik serieus. Ik verwijs hiervoor onder andere naar mijn brief van 27 januari jl., waarin ik een reactie geef op het rapport «De vrachtwagenchauffeur aan het woord» (Kamerstuk 21 501-33, nr. 462). In deze brief verwijs ik ook naar het Actieplan schijnconstructies, dat medio 2013 door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer is aangeboden en naar de in dit kader opgerichte werkgroep Transport. Ik ben bij dit traject nauw betrokken.
Voorts heb ik u onlangs bij brief van 5 maart jl. (Kamerstuk 21 501-33, nr. 468) de resultaten van het inventariserend onderzoek van de ILT naar overtreding van de cabotageregels aangeboden. Ik heb in deze brief aangegeven extra capaciteit beschikbaar te stellen om de inzet van de ILT op de handhaving van de cabotageregels in het komend jaar te continueren.
In dit specifieke geval is de politie bevoegd om handhavend tegen overtredingen op te treden.
Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente Spijkenisse om samen met de politie naar een oplossing te zoeken.