Ingediend | 4 maart 2014 |
---|---|
Beantwoord | 24 maart 2014 (na 20 dagen) |
Indiener | Roelof van Laar (PvdA) |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z03941.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1510.html |
Ja. De in de Brandpunt-rapportage gesignaleerde problematiek is al langer bekend. Nederland heeft daarom ook in de periode 2009–2012 steun verleend aan Unicef-Cambodja. Met die steun is – binnen het bredere kader van zorg voor kinderen – een beleidskader ontwikkeld voor «alternative care». Daarin ligt de nadruk op opvang van kinderen in familieverband. Veel kinderen in weeshuizen zijn namelijk geen wees of hebben familie die voor hen kan zorgen. In eerste instantie ligt de verantwoordelijkheid voor goede zorg voor kinderen bij de Cambodjaanse autoriteiten. Hieronder valt ook het voorkomen dat kinderen in weeshuizen terecht komen, toezicht op bestaande weeshuizen, de aanpak van zwendelaars en voorlichting aan en bewustwording van mogelijke bezoekers van weeshuisprojecten. De overheid ondersteunt de door Friends International en Unicef gestarte campagne: «Orphans are no tourist attractions».
Voor het werken aan een oplossing is het verder van belang dat ook andere betrokkenen hun verantwoordelijkheid nemen, voor het ethisch opereren van toeristen- en vrijwilligersorganisaties.
Zie antwoord vraag 1.
Via de reisadviezen op www.rijkoverheid.nl informeert de Nederlandse overheid de Nederlanders over mogelijke persoonlijke veiligheidsrisico’s in het buitenland. Met de informatie in de reisadviezen kan de Nederlandse reiziger (toeristen, vrijwilligers, zakenlieden etc.) zich beter voorbereiden op een buitenlands verblijf.
Toeristen en vrijwilligers verdienen goede voorlichting. In dit verband wijs ik op het Better Care Network Nederland waarmee de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie contact onderhouden en samenwerken. Het netwerk, met organisaties als Unicef en Cordaid, zet zich in om het internationale vrijwilligerswerk met kinderen te verbeteren, onder meer met richtlijnen. Daarmee kunnen vrijwilligersorganisaties en kleine particuliere stichtingen voorkomen dat ze betrokken raken bij dit soort misstanden.
Ik ondersteun deze richtlijnen en zal er in contacten met organisaties voor internationaal vrijwilligerswerk aan refereren. Dat geldt ook voor de toeristenbranche. Toeristische bezoekjes aan weeshuizen horen niet thuis in reisprogramma’s. Ik spoor reisorganisaties dan ook aan hun klanten adequaat voor te lichten.
Verder wil ik benadrukken dat toeristen en vrijwilligers zelf ook een grote verantwoordelijkheid hebben om te zorgen dat ze niet worden misleid of gebruikt.
Media-aandacht, zoals de Brandpunt-rapportage, levert daar een bijdrage aan.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 2. Het Better Care Network NL is met o.a. Friends International betrokken bij een internationaal project rond «ethical voluntourism» met kinderen, dat binnenkort van start gaat.
Nee. Uit navraag bij organisaties die met steun van BZ goed internationaal vrijwilligerswerk stimuleren blijkt dat de afgelopen tijd een beperkt aantal jonge vrijwilligers naar Cambodja is gegaan. Daarbij was geen sprake van georganiseerd werk in weeshuizen.
De genoemde werving is een klein onderdeel van het brede dynamische veld van internationaal vrijwilligerswerk. Daarin opereren spelers van divers pluimage: van commercieel en ideëel en van groot tot klein. Er is verder toenemende belangstelling bij jongeren en andere Nederlanders voor internationaal werk. De overheid c.q. Buitenlandse Zaken heeft hier geen primaire of controlerende rol. Waar mogelijk wordt (zelf)regulering aangemoedigd en wordt er gewezen op richtlijnen als van het Better Care Network.
Zie antwoord vraag 3.