Ingediend | 20 februari 2014 |
---|---|
Beantwoord | 24 maart 2014 (na 32 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z03337.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1514.html |
Ja, ik heb kennisgenomen van de rapportage. Ik herken ook het beeld dat daarin geschetst wordt: de problematiek van synthetische drugs en de achterliggende georganiseerde criminaliteit is ernstig, maar de politie kan hier op grond van de huidige wetgeving tegen optreden en deze interventies hebben effect.
Het is niet verrassend en ook niet te voorkomen dat criminelen die drugs willen produceren op zoek gaan naar stoffen die (nog) niet strafbaar zijn gesteld. Dit verschijnsel zien we immers bij alle vormen van criminaliteit: daar waar stevig wordt opgetreden gaan criminelen altijd op zoek naar nieuwe wegen om hun activiteiten voort te kunnen zetten.
In 2012 heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu een rapport uitgebracht over de mogelijkheden van een generieke strafbaarstelling van nieuwe psychoactieve stoffen. Het kabinet concludeerde dat de voordelen van de invoering van een generiek stelsel uiterst beperkt zouden zijn en zeker niet opwegen tegen de nadelen. Voornoemd rapport is als bijlage bij de brief van 5 juli 2012 over het drugbeleid aan uw Kamer verzonden2. Het huidige wettelijke instrumentarium van de Opiumwet, de Geneesmiddelenwet en de Warenwet biedt voldoende mogelijkheden om nieuwe psychoactieve stoffen te reguleren wanneer dat uit volksgezondheidsoverwegingen noodzakelijk is.
Zie antwoord vraag 2.
Elk drugslaboratorium vormt per definitie een risico voor de omwonenden. Mede daarom zet het Kabinet sterk in op de gerichte opsporing en ontmanteling van drugslaboratoria. Daarbij maakt de politie sinds 2002 gebruik van de specialistische kennis van de Landelijke Faciliteit ondersteuning Ontmantelen (LFO), zodat de ontmanteling zelf minimale risico’s voor omwonenden met zich meebrengt.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de uitzending van Nieuwsuur over chemische drugslaboratoria d.d. 18 februari (ingezonden 20 februari 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.