Ingediend | 19 februari 2014 |
---|---|
Beantwoord | 17 maart 2014 (na 26 dagen) |
Indiener | Henk van Gerven |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | economie ondernemen organisatie en beleid sociale zekerheid ziekte en arbeidsongeschiktheid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z03152.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1417.html |
De ontwikkelingen die we in Beverwijk zien, zijn een teken van een zorgsector die zich aanpast aan de gewijzigde maatschappelijke ontwikkelingen. Zorgaanbieders zijn op zoek naar nieuwe financieringsbronnen voor de langere termijn, nu banken als gevolg van de wereldwijde financiële economische crisis en de toegenomen eisen aan hun ten aanzien van de solvabiliteit en de stijgende risico’s voor financieringen van zorgaanbieders terughoudender zijn geworden. Bovendien zien we op allerlei gebieden nieuwe manieren van samenwerken ontstaan om patiënten, werkgevers en verzekerden beter te bedienen. De situatie in Beverwijk sluit aan bij deze ontwikkelingen.
Dat is juist. De beoogde samenwerking zal uitmonden in een meerderheidsbelang van 75 procent van Zorg van de Zaak. De overige 25 procent van de aandelen zal dan in bezit komen van de ruim 120 medisch specialisten van het Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk (RKZ).
De kans bestaat dat de samenwerking geen doorgang zal vinden omdat er sprake is van een voorgenomen samenwerking die nog niet is geëffectueerd. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom in algemene zin een voorgenomen samenwerking uiteindelijk geen doorgang vindt. Het is op voorhand niet te zeggen hoe dat in dit geval verloopt. Alle fusies, overnames en andere transacties worden getoetst op de vragen of de plannen wel voldoende doordacht zijn en de stakeholders zijn betrokken (Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)) en of de mededinging mogelijk beperkt wordt (Autoriteit Consument & Markt).
Ik ben niet op de hoogte van de precieze redenen voor deze keuze. Het privaatrecht kent een aantal verschillende rechtsvormen zoals NV, BV, Stichting, vereniging en coöperatie. Ziekenhuizen zijn vrij om – vanwege hen moverende redenen – een van deze rechtsvormen te kiezen. Aangezien Zorg van de Zaak financiële middelen verstrekt aan het RKZ ligt het voor de hand om een ondernemingsvorm te kiezen die bij deze situatie aansluit. Het oprichten van een BV kan hiervoor een goede optie zijn.
Ziekenhuizen in Nederland zijn private organisaties en het is hun eigen verantwoordelijkheid om inrichting te geven aan hun bedrijfsprocessen. Elk Nederlands ziekenhuis werkt dus al op een commerciële wijze en zal naar manieren zoeken om dit verder te verbeteren. Ik heb begrepen dat de samenwerking Zorg van de Zaak de mogelijkheid biedt om nieuwe, innovatieve vormen van bedrijfsgezondheidszorg te ontwikkelen. Bovendien wil het ziekenhuis met haar strategisch partnerschap met Zorg van de Zaak zich onder andere specialiseren in arbeidsgezondheid.
Ik heb geen aanwijzingen dat deze samenwerking is vormgegeven met het oog op de inwerkingtreding van het wetsvoorstel «winstuitkering in de medisch specialistische zorg». Zowel Zorg van de Zaak als het RKZ zijn private organisaties die zelfstandig besluiten nemen.
De samenwerking tussen het RKZ en Zorg van de Zaak past binnen het zorgstelsel zoals we dat in Nederland kennen. De ontwikkelingen die we in Beverwijk zien, zijn een teken van een zorgsector die zich aanpast aan de gewijzigde maatschappelijke ontwikkelingen en zoeken naar betere kwaliteit van zorg en eventuele specialisaties
Of een «ondernemender bedrijfsstructuur» tot meer of minder productie leidt, is op voorhand niet te zeggen. Dergelijke algemene stellingen zijn op verschillende manier uit te leggen en sterk afhankelijk van het individuele geval. Het is aan het RKZ om individuele besluiten te nemen. Bovendien is het ziekenhuis gebonden aan de huidige afspraken met verzekeraars. Van een ongebreidelde stijging van de productie zal dus geen sprake zijn.
Dat is mij onbekend.
Bedrijven uit het netwerk van Zorg van de Zaak zullen er – net als ieder ander bedrijf in Nederland – baat bij hebben dat zijn zieke werknemers zo spoedig mogelijk weer aan het werk gaan. Het RKZ zal zich ook moeten houden aan het verbod van selectie op niet-medische gronden.
Algemeen bekend is dat de samenwerking tussen arbeidsgerelateerde zorg en curatieve zorg kan worden verbeterd. Dit kan er toe leiden dat de behandeling van patiënten beter aansluit bij hun werk waardoor niet onnodig lang wordt verzuimd. De Sociaal Economische Raad is gevraagd om onder andere te adviseren over het verbeteren van de samenwerking tussen arbeidsgerelateerde zorg en reguliere zorg. Dit advies wordt dit voorjaar verwacht. Intussen hoeft de praktijk niet stil te staan. Ik ben voorstander van het verbeteren van de samenwerking tussen arbeidsgerelateerde zorg en curatieve zorg. In die zin zou een samenwerkingsovereenkomst tussen een arbodienstverlener en een ziekenhuis daaraan kunnen bijdragen.
Het ziekenhuis zal zich – net als alle andere ziekenhuizen – moeten houden aan de geldende wet- en regelgeving waaronder het verbod van selectie op niet-medische gronden.
Selectie op basis van niet-medische criteria is niet toegestaan. Het Rode Kruis Ziekenhuis wordt – net als alle andere ziekenhuizen in Nederland – gecontroleerd door de NZa.
Ja, die mening deel ik. Dit heeft geen invloed op mijn opstelling in deze kwestie.
Dat een arts die niet in loondienst is, naast de verantwoordelijkheid voor kwaliteit ook verantwoordelijkheid neemt voor de financiële prestaties van het ziekenhuis, vind ik geen slechte zaak. Hierdoor komen namelijk de belangen van het ziekenhuis en de arts meer op een lijn te liggen, bijvoorbeeld op het vlak van investeringen en innovaties, specialisatie, transparantie en doelmatigheid.
Het ziekenhuis is nog steeds gebonden aan de afspraken met de verschillende zorgverzekeraars, van een ongebreidelde stijging van productie kan dus geen sprake zijn.