Ingediend | 19 februari 2014 |
---|---|
Beantwoord | 23 mei 2014 (na 93 dagen) |
Indiener | Ahmed Marcouch (PvdA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z03138.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2041.html |
Ja.
Er wordt in het veiligheidsdomein in toenemende mate gebruik gemaakt van cameratoezicht en -bewaking. Daarbij kan geconstateerd worden dat er vele malen meer particuliere camera’s dan politiecamera’s en overige publieke camera’s zijn, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat de DSP-groep in opdracht van het WODC heeft uitgevoerd.3 Naar schatting zijn er ca. 500 politiecamera’s, ca. 3.300 gemeentelijke camera’s, ca. 50.000 camera’s voor OV- en verkeerstoezicht en ca. 1.500.000 particuliere bewakingscamera’s.
Er zijn, zoals ook in de NRC-artikelen beschreven wordt, in enkele plaatsen in Nederland publiek-private samenwerkingsverbanden die het mogelijk maken dat de politie bij calamiteiten live camerabeelden ontvangt via daarvoor ingerichte publiek-private toezichtruimten: de regionale toezichtruimten. De politie voert in die ruimten regie op het live cameratoezicht. Verder is momenteel het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie (33 542) in behandeling bij uw Kamer. Na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel zal ter uitvoering jaarlijks een landelijk ANPR-cameraplan worden opgesteld. In dat plan worden alle ANPR-politiecamera’s opgenomen. Iedere eenheid van de politie wordt aangesloten op het ANPR-netwerk. Dit leidt niet tot een landelijk dekkend netwerk dat alle locaties afdekt. Er zal altijd een keuze gemaakt worden ten aanzien van de locaties waar ANPR een toegevoegde waarde heeft. Daarbij wordt tevens rekening gehouden met de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Bij de politie zijn thans geen camera’s in gebruik als bedoeld in de betreffende publicaties van het NRC. Wel wordt momenteel met behulp van proefopstellingen, zoals in Stratumseind in Eindhoven, onderzocht welke mogelijkheden er zijn om in de toekomst slimme camera’s te kunnen gebruiken. Slimme camera’s kunnen een zinvolle vorm van cameratoezicht zijn, omdat ze helpen om incidenten op te merken. Dat is nodig omdat er meer camera’s zijn dan mensen die de camera’s uitkijken en er dus een risico is dat incidenten niet worden opgemerkt. Cameratoezicht is alleen zinvol als er snel gereageerd kan worden en slimme camera’s kunnen daarbij helpen. Vanzelfsprekend wordt hierbij nauw samengewerkt tussen gemeente en politie.
Er zijn dus veel ontwikkelingen op het gebied van het gebruik van camera’s in het veiligheidsdomein. Bij al deze ontwikkelingen wordt nauwlettend gekeken naar de wettelijke kaders voor het cameragebruik, zoals die zijn neergelegd in de Politiewet, het Wetboek van Strafvordering, de Gemeentewet, de Wet Politiegegevens en de Wet Bescherming Persoonsgegevens.
Zie antwoord vraag 2.
De beleidsvisie sensing is nog in ontwikkeling en moet nog worden vastgesteld. Voor de vormen van sensing zoals nu toegepast, bestaan binnen bestaande wet- en regelgeving op dit moment voldoende kaders en waarborgen in termen van proportionaliteit, subsidiariteit en rechtmatigheid, inclusief bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Indien nieuwere vormen van sensing zullen worden ingevoerd, moeten die uiteraard ook weer passen binnen alsdan geldende wettelijke kaders.
Het cameranetwerk waar het NRC over spreekt betreft geen cameranetwerk van de politie zelf, maar een publiek-privaat samenwerkingsverband, namelijk de regionale toezichtruimten. Zoals gezegd zijn er in Nederland vele malen meer particuliere camera’s dan politiecamera’s. In de regionale toezichtruimten zijn er koppelingen met camera’s vanuit particuliere alarmcentrales, beveiligingsbedrijven, gemeentelijke toezichtcentrales enzovoort. Zo kunnen beelden van particuliere camera’s in geval van calamiteiten live worden doorgeschakeld naar de meldkamer.
Er is slechts een beperkt gedeelte van de particuliere camera’s in Nederland aangesloten op deze regionale toezichtruimten; precieze cijfers zijn bij de politie niet bekend. In de meeste gevallen worden immers ook niet de afzonderlijke camera’s aangesloten, maar de alarmcentrales.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Marcouch (PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het gebruik van camera’s door de politie (ingezonden 19 februari 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.