Ingediend | 18 februari 2014 |
---|---|
Beantwoord | 28 april 2014 (na 69 dagen) |
Indieners | Carla Dik-Faber (CU), Liesbeth van Tongeren (GL) |
Beantwoord door | Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | ruimte en infrastructuur ruimtelijke ordening |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z03017.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1823.html |
De Structuurvisie Schaliegas zal integraal onderdeel uitmaken van de Structuurvisie Ondergrond. De Structuurvisie Ondergrond zal uiteindelijk het ruimtelijk afwegingskader zijn voor ondergrondse activiteiten, waarin schaliegas één van de activiteiten is die wordt afgewogen ten opzichte van andere ondergrondse en bovengrondse activiteiten. Gedurende het milieuonderzoek en het opstellen van de Structuurvisie Schaliegas zal intensieve afstemming plaatsvinden tussen de beide structuurvisies voor wat betreft de aanpak en de uitgangspunten.
Zoals u weet heb ik met de mijnbouwondernemingen afgesproken dat totdat de Structuurvisie Schaliegas is vastgesteld er geen activiteiten worden ondernomen. Naar verwachting zal de Structuurvisie Ondergrond in het eerste kwartaal van 2015 aan uw Kamer worden aangeboden. De Structuurvisie Ondergrond zal de hoofdlijnen en algemene systematiek bevatten voor het maken van ruimtelijke afwegingen. De Structuurvisie Schaliegas is een gedetailleerde uitwerking van die systematiek voor de specifieke functie schaliegas en zal zich dus lenen voor een afweging over proefboringen in relatie tot andere ondergrondse en bovengrondse activiteiten.
Zie antwoord vraag 1.
In de Structuurvisie Schaliegas zullen de rol van schaliegas in de energietransitie en nut en noodzaak van schaliegas worden onderbouwd en zal invulling worden gegeven aan de maatschappelijke kosten en baten voor zover dat mogelijk is. Dit heb ik ook in mijn brief van 13 november jl. aangegeven. Ik heb onderzoeks- en adviesbureau CE Delft opdracht gegeven dit onderzoek te doen. De resultaten hiervan zullen gelijktijdig met de planMER worden opgeleverd. Daarnaast denk ik na over aanpassing van wetgeving, zodat er een volledig pakket ligt op het moment dat ik met uw Kamer over de ontwerpstructuurvisie spreek.
Uitgangspunt voor de Structuurvisie Ondergrond is dat, op basis van vastgestelde beleidsdoelen en binnen de randvoorwaarde van duurzaam gebruik van het bodem- en watersysteem, functies die nuttig en noodzakelijk zijn, worden geaccommodeerd in daarvoor geschikt geachte gebieden. Dit betekent dat functies geen absolute voorrang ten opzichte van elkaar krijgen. In de structuurvisie worden eerst oplossingen gezocht in mogelijkheden om functies te combineren, door technische aanpassingen of fasering in tijd. Alleen als deze ruimtelijke oplossingen niet mogelijk zijn, wordt waar nodig een keuze gemaakt in de Structuurvisie Ondergrond. Functies waarbij sprake is van schaarste (bijvoorbeeld doordat ze gekoppeld zijn aan voorkomens in de ondergrond) kunnen daarbij voorrang krijgen op functies die meer flexibiliteit kennen. Voor resterende knelpunten zal in voorkomende gevallen door het bevoegd gezag een nadere afweging gemaakt worden.
Op 18 februari jl. heb ik vragen van de leden Dik-Faber (ChristenUnie) en Van Tongeren (GroenLinks) ontvangen over het opnemen van de Structuurvisie Schaliegas in de Structuurvisie Ondergrond (2014Z03017). Eind januari jl. hebben IPO, VEWIN en Unie van Waterschappen mij een brief gestuurd waarin ook gevraagd is naar de samenhang tussen de Structuurvisie Schaliegas en de Structuurvisie Ondergrond. U heeft een afschrift van mijn reactie op de deze brief gevraagd. In mijn brief van 14 februari jl. aan uw Kamer heb ik u reeds toegezegd u uiterlijk in april van dit jaar te informeren over dit onderwerp in samenhang met een aantal andere vragen met betrekking tot schaliegas. Ik zeg u toe om ook deze vragen in samenhang met de andere onderwerpen uiterlijk in april 2014 te beantwoorden.