Ingediend | 6 februari 2014 |
---|---|
Beantwoord | 28 februari 2014 (na 22 dagen) |
Indiener | Martine Baay-Timmerman (50PLUS) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z02123.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1291.html |
Ja.
Zoals ik heb geantwoord op eerdere Kamervragen over dit onderwerp beschik ik niet over eigen cijfers over de omvang van dit fenomeen.2 Ik kan daardoor ook over eventuele trends geen uitspraken doen.
Er kunnen allerlei redenen zijn waarom mensen besluiten om geen aangifte te doen. Voor zover deze redenen in mijn invloedsfeer liggen heb ik uw Kamer per brief van 9 juli 20133 geïnformeerd over een aantal maatregelen dat moet leiden tot een toename van de aangiftebereidheid onder het publiek: het organiseren van uniforme aangiftevoorzieningen waarbij op een passende manier aangifte kan worden gedaan, het verbeteren van de kennis en expertise van de politiemedewerkers die aangiften opnemen, het organiseren van terugkoppeling op aangiften en het verbeteren van de afhandeling van aangiften.
De aanpak van babbeltrucs is een gedeelde verantwoordelijkheid van burgers en overheid. Het is belangrijk dat burgers zich er bewust van zijn dat criminelen babbeltrucs gebruiken om diefstallen te plegen, bijvoorbeeld na insluiping, of om hen op te lichten. Burgers kunnen dan alert zijn en risicovol gedrag vermijden. Via de media informeert onder andere de politie burgers over het gebruik van babbeltrucs en het vermijden van risicovolle gedragingen, zoals het bewaren van pincodes in huis.
Mochten mensen toch slachtoffer worden van een misdrijf dan is het ook voor de pakkans van belang dat zij daarvan aangifte doen. Voor het vergroten van de aangiftebereidheid onder ouderen verwijs ik naar het antwoord op vraag 3. Het bestrijden van babbeltrucs behoort, net als bijvoorbeeld het bestrijden van woninginbraken, tot het dagelijkse werk van de politie. De politie pakt ook deze vorm van criminaliteit professioneel en serieus aan. Er is hiervoor niet één vaste werkwijze; hoe er wordt gehandeld hangt in belangrijke mate af van de omstandigheden van het geval. Gelet hierop acht ik een landelijke en gecoördineerde aanpak van babbeltrucs niet geboden.
Consumenten kunnen diefstal van hun bankpas niet alleen snel en eenvoudig telefonisch melden aan hun eigen bank, maar ook aan de Bankpassen Meldcentrale via 0800–0313. De Bankpassen Meldcentrale is 24 uur per dag en zeven dagen per week bereikbaar. Banken adviseren hun klanten tevens om het telefoonnummer van de bank of de Meldcentrale in de mobiele telefoon op te slaan voor het geval zij hun pas hebben verloren of als deze is gestolen. Op deze manier hebben klanten het nummer dat zij moeten bellen om de betaalpas te blokkeren altijd bij de hand.
Onder verwijzing naar het antwoord op vraag 5 ziet de Minister van Financiën geen aanleiding om hierover met de banken in overleg te treden.
Zie antwoord vraag 4.