Ingediend | 5 februari 2014 |
---|---|
Beantwoord | 21 februari 2014 (na 16 dagen) |
Indiener | Paulus Jansen |
Beantwoord door | Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | burgerlijk recht recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z02017.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1299.html |
Ja.
Op 7 februari 2014 heb ik uw Kamer mijn antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Visser en Aukje de Vries over erfpacht doen toekomen3. Hierin is aangegeven dat het onwenselijk is als woningen zeer lastig verkoopbaar zijn, omdat aspirantkopers als gevolg van het erfpachtcontract geen financiering kunnen krijgen. En dat ik op korte termijn in overleg zal treden met betrokken partijen over de uitkomsten van de evaluatie van de bancaire richtlijn.
Ja, het is primair aan de erfpachter om aan de rechter een oordeel te vragen indien de erfverpachter op onredelijke of onjuiste gronden weigerachtig is het erfpachtcontract aan te passen, in geval van bijvoorbeeld een «rode code». Dit laat onverlet dat, zoals ook aangegeven in eerdergenoemde beantwoording van 7 februari 2014, op korte termijn overleg zal plaatsvinden met betrokken partijen om aan de hand van de opgedane ervaringen met elkaar te bezien welke stappen denkbaar zijn, ter verbetering van de financierbaarheid van huizen op erfpachtgrond.
Deze en mogelijk andere suggesties zullen worden besproken in genoemd overleg met betrokken partijen. Verder wijs ik u in dit verband op de beantwoording van 7 februari 2014, waar in is gegaan op de juridische mogelijkheden voor een erfpachter en op de vraag wat betrokken bewindspersonen vinden van de suggestie om erfpachtcontracten (voortaan) onder toezicht van het AFM te laten vallen, door aanpassing van de Wet Financieel Toezicht.