Kamervraag 2014Z01729

Het loonbeslag bij het vaststellen van het recht op gefinancierde rechtsbijstand

Ingediend 31 januari 2014
Beantwoord 12 maart 2014 (na 40 dagen)
Indiener Jan de Wit
Beantwoord door Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen organisatie en beleid recht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z01729.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1406.html
  • Vraag 1
    Herinnert u zich het antwoord op de vragen van 20 december 2013?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Vindt u het niet tegenstrijdig dat er bij het vaststellen van het fiscale inkomen geen rekening wordt gehouden met het loonbeslag, terwijl men weet dat hierdoor het feitelijke inkomen op een dusdanig laag niveau komt te liggen dat er in andere gevallen recht op een toevoeging zou zijn geweest? Zo nee, waarom niet?

    Loonbeslag kan worden gezien als een wijze waarop het inkomen van de rechtzoekende wordt besteed, zij het onvrijwillig. Het sluit niet aan bij de huidige systematiek van draagkrachttoetsing om met besteding van het inkomen rekening te houden. Zou met bestedingen rekening worden gehouden, dan zouden zowel het inkomen en vermogen als de bestedingen in het actuele jaar moeten worden geschat. Deze schattingen zouden op een later moment op juistheid moeten worden getoetst, wat niet alleen tot administratieve lasten leidt maar ook voor de rechtzoekende de onzekerheid meebrengt of diens toevoeging na hercontrole in stand blijft.
    Overigens worden sommige uitgaven van rechtzoekenden wel in het fiscaal inkomen verdisconteerd, daar zij een fiscale aftrekpost opleveren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij alimentatieverplichtingen en studiekosten. Dergelijke aftrekposten kunnen leiden tot verlaging van het fiscale inkomen, wat ertoe kan bijdragen dat een rechtzoekende tot een toevoeging gerechtigd is. Verder wijs ik er evenals in mijn antwoorden op uw eerdere vragen op dat rechtzoekenden die in een ernstige schuldensituatie verkeren in aanmerking kunnen komen voor een toevoeging, ongeacht de hoogte van hun fiscale verzamelinkomen. Ik verwijs ook naar mijn antwoord op vraag 6.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat niemand het recht op een toegevoegde advocaat mag worden onthouden omdat het voor de Raad voor Rechtsbijstand moeilijk is het loonbeslag mee te tellen en er daarom geen rekening wordt gehouden met dat loonbeslag? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Erkent u dat niettegenstaande het idee dat gerechtsdeurwaarders onafhankelijk moeten zijn, dit in de praktijk niet altijd het geval is en dat er gerechtsdeurwaarders zijn die loonbeslag leggen omdat de opdrachtgever hiertoe wil overgaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u dan nog steeds van mening dat het de eigen schuld is van rechtzoekenden als zij het niet voor elkaar krijgen dat loonbeslag wordt voorkomen?

    Gerechtsdeurwaarders dienen in hun ambtelijk handelen onafhankelijk en onpartijdig te zijn. Ik heb geen concrete aanwijzingen dat daarvan in de praktijk onvoldoende sprake is. De gerechtsdeurwaarder zal bij het leggen van loonbeslag de beslagvrije voet van de schuldenaar in acht nemen. Het is belangrijk dat de gerechtsdeurwaarder de schuldenaar hierover tijdig en duidelijk informeert. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders zal bezien of de werkwijze van gerechtsdeurwaarders in dit kader verder verbeterd kan worden en zal medio 2014 een preadvies met aanbevelingen over vereenvoudiging van de berekening van de beslagvrije voet presenteren.

  • Vraag 5
    Hebben rechtzoekenden volgens u ook geen recht op een toevoeging als door conservatoir loonbeslag – waarbij de vordering nog niet is vastgesteld – het feitelijk inkomen dusdanig laag is dat er in principe recht op een toevoeging zou moeten zijn? Zo nee, waarom niet?

    Conservatoir loonbeslag is uit zijn aard een tijdelijke maatregel, waarmee de schuldeiser anticipeert op het verkrijgen van een executoriale titel om het loon waarop beslag is gelegd te mogen benutten ter voldoening van diens vordering. De draagkracht van de rechtzoekende wordt beoordeeld in het licht van het inkomen van de rechtzoekende over langere tijd en niet op grond van een momentopname. Ook andere omstandigheden dan een conservatoir loonbeslag kunnen tot gevolg hebben dat de draagkracht van de rechtzoekende op enig moment lager ligt dan op grond van de draagkrachttoets in het peiljaar wordt verondersteld. Zoals aangegeven in mijn antwoord op de vragen 2 en 3 ligt aan de keuze voor de huidige draagkrachttoets het uitgangspunt ten grondslag dat de feitelijke bestedingsruimte van de rechtzoekende niet leidend is. Dit maakt het mogelijk de draagkracht op eenvoudige en eenduidige wijze vast te stellen. Ik acht het daarom niet wenselijk om de draagkracht mede op basis van de feitelijke bestedingsruimte van de rechtzoekende vast te stellen.

  • Vraag 6
    Erkent u dat rechtzoekenden door een loonbeslag en het niet krijgen van gefinancierde rechtsbijstand dieper in de schulden kunnen raken, zodat zij uiteindelijk alsnog in een ernstige en langdurige schuldensituatie terecht kunnen komen? Zo nee, waarom niet? Hoe wordt dan een ernstige en langdurige schuldensituatie voorkomen in dergelijke gevallen?

    Voor zover rechtzoekenden in een ernstige en langdurige schuldensituatie terecht zijn gekomen hebben zij aanspraak op begeleiding, hulp en advies in een minnelijk schuldhulptraject onder regie van de gemeente. Een problematische schuldensituatie kan veroorzaakt worden door een veelheid aan feiten en omstandigheden, bijvoorbeeld door te hoge consumptieve uitgaven of onverantwoord leengedrag, maar ook door een ontslag, arbeidsongeschiktheid of een echtscheiding. Het loonbeslag als zodanig kan dan soms de situatie voor de schuldenaar nijpend maken maar heeft altijd een deugdelijke grondslag nodig en is slechts een van de factoren in het ontstaan van een problematische schuldenlast. Bedacht moet hierbij worden dat de schuldeisers die hun vorderingen wensen te innen ook op hun beurt rechtzoekenden zijn. Zij hebben het recht om hun vorderingen te innen via de weg van het loonbeslag. De schuldhulp, die sinds 1 juli 2012 wettelijk gereguleerd is, kan de schuldenaar dan uitkomst bieden.
    Voor de minnelijke schuldhulpverlening is niet zozeer relevant welke oorzaak uiteindelijk voor de betrokkene maakt dat de schuldenlast in redelijkheid niet meer kan worden afgelost. Belangrijk is dat in dergelijke gevallen een vangnet bestaat en dat er ook nog een gerechtelijk sluitstuk is. Indien langs de buitengerechtelijke weg niet tot een oplossing kan worden gekomen, kan de betrokkene immers een beroep doen op de Wet schuldsaneringsregeling natuurlijke personen. In beide gevallen, dus zowel in het buitengerechtelijke als in het wettelijke traject, is via het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand gewaarborgd dat aan de betrokkene gezien zijn financiële situatie de laagst mogelijke eigen bijdrage wordt opgelegd door de Raad voor Rechtsbijstand. Het Besluit eigen bijdrage gaat er van uit dat dan de geringe financiële draagkracht een vastgesteld gegeven is.

  • Mededeling - 26 februari 2014

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid De Wit (SP) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het loonbeslag bij het vaststellen van het recht op gefinancierde rechtsbijstand (ingezonden 31 januari 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z01729
Volledige titel: Het loonbeslag bij het vaststellen van het recht op gefinancierde rechtsbijstand
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1406
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid De Wit over het loonbeslag bij het vaststellen van het recht op gefinancierde rechtsbijstand