Ingediend | 28 januari 2014 |
---|---|
Beantwoord | 31 maart 2014 (na 62 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | economie overige economische sectoren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z01360.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1578.html |
Ik heb kennis genomen van de inhoud van de column waarin deze situatie wordt beschreven.
De door de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB), de BrancheVereniging Ondernemers Begraafplaatsbeheer (BVOB) en de VNG opgestelde Handleiding opgraven en ruimen is door de LOB en de VNG onder al hun leden verspreid, voorzien van een brief waarin expliciet wordt verwezen naar de duidelijke richtlijnen die in de handleiding zijn opgenomen ten aanzien van het op een respectvolle wijze om te gaan met menselijke resten. Ook de modelverordening begraafplaatsen, die naar inschatting van de VNG door vrijwel elke gemeentelijke begraafplaats wordt gehanteerd besteedt expliciet aandacht aan het respectvol omgaan met de aanwezige menselijke resten bij opgraving of ruiming van een graf.
Het besef dat het respectvol omgaan met overledenen niet eindigt bij het einde van de grafrusttermijn is terdege aanwezig bij de verschillende partijen. Iedere gemeente en iedere bijzondere begraafplaats zal zorgvuldig wensen te handelen bij het opgraven en ruimen. Ik zie dan ook geen noodzaak om genoemde handleiding verplicht te stellen.
Op 28 januari 2014 heb ik de schriftelijke vragen van het lid Van Raak (SP) over een ernstige misstand bij het ruimen van een graf ontvangen. Hierbij deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat niet lukt tijdig de benodigde informatie te verkrijgen ten behoeve van de beantwoording van de vragen. Ik zal u de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.