Ingediend | 27 januari 2014 |
---|---|
Beantwoord | 11 april 2014 (na 74 dagen) |
Indieners | André Bosman (VVD), Roelof van Laar (PvdA) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur de nederlandse antillen en aruba organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z01257.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1681.html |
Ja.
Het Openbaar Ministerie op Sint Maarten valt onder de consensus-Rijkswet «Rijkswet openbare Ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba». De rechtshandhaving - en daarmee ook het openbaar ministerie - valt onder de autonome bevoegdheden van de landen. Dit betekent dat het aan het openbaar ministerie op Sint Maarten is om de prioriteiten te bepalen, onderzoek te verrichten en te bepalen of en zo ja wie vervolgd zou moeten worden. Het vullen van de formatie van de landsrecherche is eveneens een verantwoordelijkheid van het land Sint Maarten.
De kwaliteit van de rechtshandhaving, onderzoek en vervolging van (grensoverschrijdende) criminaliteit en de uitvoering van de plannen van aanpak op Sint Maarten zijn echter ook belangrijk voor Nederland. De rechtshandhaving en rechtszekerheid moeten worden geborgd. Ik gaf eerder aan dat dit ook mijn inzet is en zal blijven in de gesprekken met de regering van Sint Maarten.
Desgevraagd kan door Nederland, maar ook door de andere landen in het Koninkrijk, onder voorwaarden gericht extra recherchecapaciteit beschikbaar worden gesteld. Het in de voortgangsrapportage genoemde Sint Maartense verzoek tot extra recherchecapaciteit is inmiddels ontvangen. Mijn ambtgenoot van Veiligheid en Justitie onderzoekt of aan dit verzoek kan worden voldaan gezien de Nederlandse capaciteit, lopende onderzoeken en financiële kaders.
In verband met het lopende onderzoek naar een Statenlid, werd door de Minister van Veiligheid en Justitie de onderzoekscapaciteit bij de landsrecherche, op verzoek van Sint Maarten, kortstondig versterkt. Deze uitbreiding is niet meer van kracht, aangezien deze een tijdelijke looptijd had. Naar aanleiding van het recherchewerk in dit onderzoek zijn inmiddels aanhoudingen verricht.
Zoals in mijn antwoord op vraag twee gesteld, heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie inmiddels een bijstandsverzoek van Sint Maarten ontvangen ten behoeve van de Landsrecherche. Van een bemiddelende rol voor mij tussen de Rijksrecherche en de Landsrecherche van Sint Maarten hoeft dan ook geen sprake te zijn.
Van 2004 tot 2013 gold er een samenwerkingsconvenant tussen de Rijksrecherche en de Landsrecherche van Aruba. Dit convenant zag op samenwerking op het gebied van scholing, implementatie en ICT. Operationele samenwerking werd met dit convenant niet geregeld. In 2013 hebben de Landsrecherche van Aruba en de Rijksrecherche gezamenlijk vastgesteld dat deze vorm van samenwerking bijgedragen heeft aan een verbetering van de kwaliteit van de Landsrecherche van Aruba en dat het gewenste niveau was bereikt. Er bestond derhalve geen reden meer voor het voortzetten van deze convenantsrelatie. De contacten tussen de Rijksrecherche en de Landsrecherche van Aruba zijn er vanzelfsprekend nog wel.
In het najaar van 2013 is door de Rijksrecherche met de Landsrecherche van Curaçao afgesproken te streven naar een gelijksoortige convenantsrelatie zoals die heeft bestaan tussen de Rijksrecherche en de Landsrecherche van Aruba. Ook wordt er regelmatig overleg gevoerd tussen de Landsrecherches en de Rijksrecherche.
Zoals ik hierboven aangaf valt de rechtshandhaving en daarmee ook het openbaar ministerie onder de autonome bevoegdheden van de landen. Het streven van de landen is erop gericht dat de parketten op den duur op eigen benen kunnen staan en daardoor minder afhankelijk zijn van bijstand uit Nederland.
Ik ben nog steeds van oordeel dat het OM te Sint Maarten beschikt over voldoende capaciteit. In 2014 zal de structurele bezetting van het parket in overeenstemming zijn met de formatie zoals berekend op basis van de verwachte werkzaamheden. Ik heb geen signalen uit Aruba of Curaçao ontvangen omtrent de capaciteitsproblemen van het Openbaar Ministerie aldaar.
Eventuele capaciteitsuitbreiding zal in eerste instantie dan ook door de landen zelf dienen te worden opgepakt. Die prioritering is een aangelegenheid van de Procureur-generaal en het OM op Curaçao.
De Minister van Veiligheid en Justitie onderzoekt met zijn ambtsgenoten op welke wijze Nederland eventueel kan bijstaan in hoe het streven naar kwalitatief goede en zelfstandig opererende parketten nader invulling kan krijgen. Bijvoorbeeld door flexibeler uitzendbeleid en ondersteuning bij opleidingen en kennisuitwisseling.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
Op 27 januari 2014 heb ik de schriftelijke vragen van de leden Van Laar (PvdA) en Bosman (VVD) over de toekomst van het Openbaar Ministerie en de landsrecherche op Sint Maarten ontvangen. Hierbij deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat niet gelukt is tijdig de benodigde informatie te verkrijgen ten behoeve van de beantwoording van de vragen. Ik zal u de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.