Kamervraag 2013Z25441

Het rapport ‘Working on the Right Shoes’

Ingediend 23 december 2013
Beantwoord 4 maart 2014 (na 71 dagen)
Indiener Joël Voordewind (CU)
Beantwoord door Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA)
Onderwerpen internationaal ontwikkelingssamenwerking recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z25441.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1376.html
  • Vraag 1
    Hebt u kennisgenomen van het rapport «Working on the Right Shoes» van de campagne Stop Kinderarbeid, met daarin een scorekaart van 28 Nederlandse en internationale schoenenbedrijven op hun Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)-gehalte?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hebt u kennisgenomen van de documentaire «Dapper in de kinderschoenen», waaruit blijkt dat veel Turkse kinderen meewerken aan de productie van schoenen, onder meer voor de Nederlandse markt?2

    Ja.

  • Vraag 3
    Wat zijn de resultaten geweest van het gesprek dat u eerder met Nederlandse schoenenbedrijven en Stop Kinderarbeid hebt gevoerd over de bestrijding van kinderarbeid in de productieketens van bedrijven in vervolg op Kamervragen over dit onderwerp van 6-12-2013?3 Bent u bereid om in gesprek te gaan met schoenenbedrijven die geen informatie verstrekken over hun aanpak van kinderarbeid en arbeidsrechten of daar onvoldoende werk van maken, en met hen afspraken te maken over een gerichte aanpak daarvan en rapportage daarover?

    Tijdens overleg tussen Nederlandse schoenenbedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid op 22 januari 2013 hebben de aanwezige partijen gesproken over de invulling van MVO-beleid in de schoenenketen. De schoenenbedrijven hebben aangegeven op welke manier zij invulling geven aan hun ketenverantwoordelijkheid en welke obstakels zij daarbij ervaren. Een uitdaging is bijvoorbeeld de verbetering van zicht en invloed op bedrijven die halffabricaten maken en waarmee de Nederlandse schoenenbedrijven geen rechtstreeks contact hebben. De maatschappelijke organisaties en bedrijven hebben afgesproken om de onderlinge contacten te intensiveren.
    Het recent uitgebracht rapport «Working on the Right Shoes» geeft aan dat 18 van de 28 schoenenbedrijven die door Campagne Stop Kinderarbeid zijn benaderd, het afgelopen jaar voortgang hebben geboekt met het opstellen en uitvoeren van hun MVO-beleid. Dit gaat onder meer om het onderzoeken van risico’s in de keten, het verbeteren van gedragscodes, het opzetten van systemen om leveranciers te controleren en het vergroten van transparantie voor consumenten.
    Onder de bedrijven die geen verbetering hebben laten zien, noemt het rapport één Nederlands bedrijf (Schoenenreus). Het bedrijf geeft in het rapport aan dat het zich bewust is van het belang van de bestrijding van kinderarbeid. Ik ben in gesprek gegaan met Schoenenreus. Het bedrijf gaf aan schoenen in te kopen bij tussenhandelaren en niet direct bij producenten. Schoenenreus gaf eveneens aan dat hun leveranciers veelal aangesloten zijn bij het Business Social Compliance Initiative, een initiatief waarin bedrijven samenwerken in het uitvoeren van audits om tot gezamenlijke monitoring van leveranciers te komen. Daarnaast bezoekt het bedrijf zelf regelmatig productiefaciliteiten in risicolanden, waarbij naar hun zeggen, mede wordt opgelet of in deze productiefaciliteiten geen gebruik gemaakt wordt van kinderarbeid. Het bedrijf is op dit moment actief bezig het MVO-beleid verder inzichtelijk te maken. Eén van de onderdelen hiervan is de verbetering van de communicatie met betrekking tot MVO op de website. Ik heb Schoenenreus gevraagd mij te informeren over hun vorderingen op dit vlak.
    Onder de bedrijven die geen reactie hebben gegeven aan Campagne Stop Kinderarbeid is eveneens één Nederlands bedrijf (Wolky). In mijn contacten met Wolky, liet het bedrijf weten dat het in 2012 wel heeft deelgenomen aan het onderzoek van Campagne Stop Kinderarbeid en destijds heeft aangegeven dat de productie van zijn schoenen niet in risicolanden plaatsvindt. Het bedrijf veronderstelde dat deelname aan het vervolgonderzoek daarmee overbodig was. Wolky zegt graag open te zijn over zijn productieproces en heeft inmiddels contact opgenomen met Campagne Stop Kinderarbeid. Op de website van Wolky is informatie te vinden over het gehele productieproces waaruit blijkt dat het bedrijf inderdaad niet in risicolanden inkoopt.

  • Vraag 4
    Bent u eveneens bereid de niet in het rapport beoordeelde schoenenimporteurs en retailers uit te nodigen voor een gesprek over hun aanpak van kinderarbeid en arbeidsrechten in de keten?

    Op 23 oktober heeft KPMG Sustainability de opdracht gekregen om de MVO Sector Risico Analyse uit te voeren. Het wereldwijd identificeren van MVO-risico’s en het maken van een voorselectie van de sectoren met hoge risicoprofielen maakt onderdeel uit van de opdracht. Hierbij wordt ook gekeken naar de naleving van mensenrechten- en milieunormen verderop in de productieketenketen. Bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, wetenschap en verschillende ministeries zijn nauw betrokken bij dit project.
    Het project is gericht op de selectie van sectoren waarmee de overheid met voorrang gesprekken zou moeten voeren over de aanpak van (risico’s op) negatieve maatschappelijke effecten, waaronder kinderarbeid, in hun productieketen. Er zijn op voorhand geen sectoren geïdentificeerd. Wel ben ik, vooruitlopend op de selectie van sectoren, in gesprek met de textielsector (zonder de schoenenbranche) en met de energiesector over mogelijkheden voor een MVO-convenant. Wanneer de analyse uitwijst dat met voorrang met de schoenensector (als onderdeel van de textiel- en kledingsector in de sector analyse) gesproken moet worden, zal ik die sector daartoe uitnodigen. De selectie van sectoren zal ik, samen met de minister van Economische Zaken, in de zomer van 2014 aan de Kamer presenteren.

  • Vraag 5
    Bent u van plan de schoenensector op te nemen in de MVO Risico Sector Analyse, met name waar het gaat om de naleving van mensenrechten- en milieunormen verderop in de productieketenketen (bijvoorbeeld bij leerlooierijen en thuiswerk)?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Bent u in het licht van de documentaire «Dapper in de kinderschoenen» bereid om na te gaan welke Nederlandse of in Nederland actieve schoenenbedrijven schoenen uit Turkije importeren, en of daarbij kinderarbeid is gebruikt? Bent u eveneens bereid de betreffende bedrijven daar op aan te spreken?

    Er bestaat geen overzicht, bijvoorbeeld bij de douane, van schoenenretailers die in Turkije geproduceerde schoenen importeren. Het rapport «Working on the right shoes» vermeldt geen namen van Nederlandse bedrijven die schoenen kopen in Turkije. De brancheorganisatie VGS liet weten niet over informatie te beschikken die inzicht geeft in welke van hun leden schoenen uit Turkije importeren.
    In het kader van de Sector Risico Analyse, zie ook vraag 4 en 5, voert KPMG gesprekken met een aantal sectoren over de risico’s in de keten. Hieronder valt ook de kleding- en textielsector, met inbegrip van de schoenenbranche. Wanneer de Sector Risico Analyse uitwijst dat met voorrang gesprekken met specifiek de schoenenbranche gehouden dienen te worden, zal ik die sector daartoe uitnodigen. De uiteindelijke selectie van sectoren zal ik, samen met de minister van Economische Zaken, in de zomer van 2014 aan de Kamer presenteren.

  • Vraag 7
    Gaat u met de brancheorganisaties in de schoenensector – waaronder de Vereniging van Grootwinkelbedrijven in Schoenen (VGS) – in gesprek over haar activiteiten ter bestrijding van kinderarbeid en bestrijding van arbeidsrechten in de volledige productieketen?

    Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is reeds in contact met de VGS over MVO in de schoenenketen. De VGS is bekend met het rapport «Working on the Right Shoes» en eerdere rapporten van Campagne Stop Kinderarbeid over kinderarbeid in de schoenenketen. De VGS is naar aanleiding van deze rapporten in gesprek met Campagne Stop Kinderarbeid. Elk van de VGS-leden heeft zijn eigen beleid op het gebied van MVO en geeft die verantwoordelijkheid individueel invulling. Allen hebben een «code of conduct» die kinderarbeid verbiedt. De VGS-leden wisselen onderling regelmatig kennis en informatie uit over MVO. Op dit moment werkt de VGS aan het opstellen van een branche-brede ambitie op het terrein van MVO, waaronder de bestrijding van kinderarbeid. Deze ambitie zal in de zomer gereed zijn, waarna de VGS deze invulling wil geven. Ook schoenenretailers die niet zijn aangesloten bij de branche zullen uitgenodigd worden mee te werken.
    Op verzoek van de Raad Nederlandse Detailhandel (waar de VGS onderdeel van uitmaakt), Deichmann (van Haren Schoenen) en Macintosh heeft het Business Social Compliance Initiative twee internationale stakeholderbijeenkomsten georganiseerd in India om de problemen in de schoenensector te bespreken, die in eerdere rapporten van Campagne Stop Kinderarbeid naar voren zijn gekomen. De Nederlandse ambassade was aanwezig bij één van deze bijeenkomsten. Momenteel onderzoekt het Indiase Centre for Responsible Business met financiële steun van de ambassade mogelijkheden om bedrijven te ondersteunen bij hun risicoanalyse in de Indiase textiel- en schoenensector.

  • Vraag 8
    Bent u bereid de Nederlandse ambassades in landen van waaruit Nederland veel schoenen importeert, op de hoogte te stellen van het rapport «Working on the Right Shoes»?

    Ja. De ambassades in de landen die in het rapport worden genoemd, worden geïnformeerd over het rapport. Zij gaan deze informatie gebruiken in hun voorlichting aan schoenenbedrijven en andere relevante contacten.

  • Vraag 9
    Bent u bereid om te bevorderen dat de overheid schoenen inkoopt van bedrijven met een positieve score in het rapport «Working on the Right Shoes»?

    Bij toepassing van de sociale voorwaarden in het landelijk beleid voor duurzaam inkopen verlangt de overheid van de aan hen leverende bedrijven dat deze mensenrechten respecteren. In het inkoopbeleid van de rijksoverheid (Kamerbrief van 16 oktober 2009) zijn twee generieke internationale sociale contractvoorwaarden opgenomen: 1. De internationale fundamentele arbeidsnormen van de ILO (waaronder het voorkomen van kinderarbeid) en 2. de universele rechten van de mens. Dit betekent dat in de aanbestedingen die onder het duurzaam inkoopbeleid vallen, de te contracteren bedrijven worden aangesproken om hun verantwoordelijkheid (redelijke inspanning) te nemen om kinderarbeid in de keten te voorkomen en daarover publiekelijk te rapporteren.
    Omdat het hier om een niet-onderhandelbare contractvoorwaarde gaat, zal de rijksoverheid geen contract afsluiten met die bedrijven die dit beleid van de rijksoverheid niet willen onderschrijven. Het is dan ook niet nodig een voorkeursbeleid te voeren ten aanzien van bedrijven die in dit rapport positief scoren op het beleid om kinderarbeid in de keten van de schoenproductie te voorkomen. Wel zal het ministerie van Binnenlandse Zaken, in samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de evaluatie van de toepassing van de sociale voorwaarden in het duurzaam inkoopbeleid die dit jaar zal plaatsvinden, nagaan of deze voorwaarden effectief worden geïmplementeerd en of dit beleid in lijn is met de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z25441
Volledige titel: Het rapport ‘Working on the Right Shoes’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1376
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Voordewind over het rapport ‘Working on the Right Shoes’