Ingediend | 13 december 2013 |
---|---|
Beantwoord | 19 februari 2014 (na 68 dagen) |
Indiener | Ahmed Marcouch (PvdA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z24707.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1243.html |
Ja.
Het kabinet hanteert geen streefcijfers ten aanzien van allochtone medewerkers. Het centrale begrip in het personeelsbeleid van de nationale politie is kwaliteit: de beste persoon op de juiste plaats, ongeacht afkomst, geslacht, kleur of leeftijd. Dit neemt niet weg dat een divers personeelsbestand in belangrijke mate bijdraagt aan het verder vergroten van de kwaliteit van de taakuitvoering en aan de legitimiteit van de politie in de samenleving. Politiemedewerkers moeten herkenbaar zijn én blijven, voor alle burgers.
In het jaarverslag van de politie uit 2011 zijn voor het laatst cijfers gepubliceerd over het aantal allochtone medewerkers. Dit percentage lag op 7%. In 2008 was dit 6,7%, in 2009 6,8% en in 2010 eveneens 7%. De cijfers geven het minimale percentage weer, omdat niet iedere politiemedewerker zijn of haar afkomst wenst te laten registreren. Na 2011 is het aantal allochtone medewerkers door de politieorganisatie niet meer actief bijgehouden. Eveneens is er geen actueel overzicht voorhanden van de in- en uitdiensttreding van allochtone politiemedewerkers.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Het is niet bekend of allochtone medewerkers de politie verlaten vanwege ongewenste omgangsvormen binnen de organisatie. De nationale politie voert een actief HRM-beleid om er voor te zorgen dat medewerkers de politie als een goede werkgever ervaren. In 2014 verricht de nationale politie het Medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO) binnen de organisatie. Hoe de medewerkers de politie als werkgever ervaren, en de beleving van de omgangsvormen binnen de politieorganisatie maken deel uit van het MTO. De korpschef zal mij van de uitkomsten op de hoogte stellen. De conclusies zal ik met uw Kamer delen.
Ja. Werknemers dienen te allen tijde gelijk te worden behandeld.
Discriminatie en pesten zijn volstrekt onacceptabel. Iedere medewerker moet zich veilig en vertrouwd kunnen voelen binnen de politieorganisatie. Er bestaat geen actueel beeld over het aantal meldingen en klachten, aangezien dit niet landelijk, eenduidig wordt geregistreerd.
Het aanpakken van discriminatie en pesten op de werkvloer vindt plaats op basis van de kadernota «Omgangsvormen en sociale veiligheid», die politiebreed voorziet in regelgeving en beleid omtrent omgangsvormen. Medewerkers kunnen melding maken van of een klacht indienen over ongewenste omgangsvormen bij elke eenheid. Vertrouwenspersonen nemen de klacht in behandeling. Een vertrouwenspersoon fungeert als eerste aanspreekpunt en bekijkt met de medewerker naar een passende oplossing voor de melding en/of klacht.
Zie antwoord vraag 7.
Zie antwoord vraag 5.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Marcouch (PvdA) van uw Kamer aan de minister van Veiligheid en Justitie over discriminatie van allochtone politieagenten binnen de politieorganisatie (ingezonden 13 december 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.