Ingediend | 10 december 2013 |
---|---|
Beantwoord | 9 januari 2014 (na 30 dagen) |
Indiener | Henk Nijboer (PvdA) |
Beantwoord door | Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA) |
Onderwerpen | economie ict overige economische sectoren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z24310.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-890.html |
Ja.
Het is een goed initiatief van de NVB en de Consumentenbond om gezamenlijk tot uniforme regels te komen zodat alle banken op dezelfde wijze omgaan met het afhandelen van fraude met internetbankieren. Als consumenten schade lijden, maar deze de veiligheidsregels hebben nageleefd, dan kunnen zij er in ieder geval op rekenen dat zij het bedrag dat zonder toestemming van de rekening is gehaald, vergoed krijgen.
De Uniforme Veiligheidsregels Particulieren betreffen onderlinge afspraken tussen de NVB en de Consumentenbond.
Ik deel de mening dat het wenselijk is dat banken eenduidige, uniforme regels overeen zijn gekomen. De uniforme regels dragen bij aan duidelijkheid voor consumenten.
De uniforme veiligheidsregels zijn op 21 november jongstleden in de najaarsvergadering van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer gepresenteerd en op 23 november jongstleden publiekelijk geïntroduceerd in het consumenten Tv-programma Kassa! Ook hebben de banken de uniforme veiligheidsregels op hun websites gepubliceerd en zijn de regels te raadplegen op de website www.veiligbankieren.nl . Deze laatste website wordt door Nederlandse banken gebruikt om klanten voor te lichten op het gebied van fraude en veiligheid.
De rechter gaat over wat uiteindelijk moet worden begrepen onder «grof nalatig handelen» van de consument in de zin van artikel 7:529 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Het niet naleven van een beperkt onderdeel van de uniforme regels betekent daarom niet per definitie dat de consument aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade.
Uit de artikelen 7:524 en 7:529 BW volgt dat de bewijslast voor opzettelijk handelen of grove nalatigheid van de consument op de bank rust. Onderlinge afspraken tussen de Consumentenbond en de NVB zijn niet van invloed op deze wettelijke bewijslastverdeling.
Zoals hierboven vermeld heeft de rechter het laatste woord over de uitleg van de wet- en regelgeving. Als de bank het standpunt van de consument – volgens deze ten onrechte – afwijst, kan de consument het geschil voorleggen aan Kifid (Klachtinstituut Financiële Dienstverlening) of de rechter om zijn gelijk te halen.
Mede op mijn aandringen is in het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) onderzocht in welke mate de verschillende veiligheidsnormen, waaraan de klant zich bij internet- (en mobiel) bankieren dient te houden, qua inhoud en formulering beter op elkaar konden worden afgestemd. Dit heeft geresulteerd in de uniforme veiligheidsregels voor particulieren. Als consumenten de veiligheidsregels naleven dan kunnen zij er, zo heb ik van de NVB begrepen, op rekenen dat het bedrag dat zonder hun toestemming van hun rekening is gehaald vergoed wordt.
Zoals hierboven vermeld zijn dergelijke afspraken niet van invloed op de wettelijke bewijslastverdeling. Het is mogelijk dat de banken de uniforme veiligheidsregels opnemen in hun contractsvoorwaarden. Blijkens artikel 7:529, tweede lid, BW draagt de consument alle verliezen die uit niet-toegestane betalingstransacties voortvloeien, indien deze zich hebben voorgedaan doordat de consument opzettelijk of met grove nalatigheid een of meer van de veiligheidsregels niet is nagekomen. Ook in dit geval rust de bewijslast voor opzettelijk handelen of grove nalatigheid van de consument nog steeds op de bank.
De Veiligheidsregels zullen jaarlijks worden geëvalueerd door de NVB en Consumentenbond en waar nodig aangepast. Andere partijen van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer kunnen ook de vinger aan de pols houden of het door de banken bij fraudegevallen hanteren van de vijf Veiligheidsregels ordentelijk verloopt.
In de Uniforme veiligheidsregels die door NVB en Consumentenbond zijn gepresenteerd is opgenomen dat een klant zijn of haar eigen beveiligingscodes geheim moet houden. In de toelichting op dit punt is door NVB en Consumentenbond ondermeer opgenomen dat klanten hun codes niet per email of telefonisch moeten verstrekken aan een persoon die beweert een medewerker van een bank te zijn. Dit punt refereert mijns inziens aan het voorkomen van schade door phishing.
Indien klanten door phishing gedupeerd raken, is het aan de rechter om uit te maken of die klanten daarvoor zelf aansprakelijk gehouden kunnen worden of niet. Daarbij neemt een rechter telkens alle omstandigheden van het specifieke geval in acht. De rechter toetst daarbij aan de algemeen geldende norm dat een gedupeerde niet opzettelijk gefraudeerd mag hebben of grof nalatig mag zijn geweest met betrekking tot de voorwaarden die verbonden waren aan de uitgifte of het gebruik van het betaalinstrument. Ik ben niet van mening dat hierdoor het vertrouwen in het online betalingsverkeer wordt ondermijnd; het is nu eenmaal niet mogelijk om in regelgeving tot in detail te voorzien in alle mogelijke situaties.
Overigens trachten banken schade als gevolg van phishing te voorkomen door regelmatig voorlichtingscampagnes te voeren en hun klanten over vormen van phishing actief te informeren.
Zie antwoord vraag 6.
Van de NVB heb ik begrepen dat de banken in Nederland in de praktijk bij fraude met internetbankieren geen eigen risico van 150 euro hanteren. Er zijn mij momenteel geen signalen bekend dat banken dit beleid van plan zijn te wijzigen.
Op Europees niveau is besloten om, indien een klant opzettelijk heeft gefraudeerd of grof nalatig is geweest, de schade die daaruit ontstaan is door de klant zelf te laten dragen. Deze regel komt mij niet onredelijk voor. Of in een concrete situatie sprake is van grove nalatigheid of grove schuld aan de zijde van de gedupeerde, is niet aan mij om te bepalen maar aan de rechter. Indien sprake is van grove schuld aan de zijde van de gedupeerde zijn banken niet wettelijk verplicht om de schade van een gedupeerde te vergoeden. Vergoedt een bank desalniettemin (een deel van) de schade uit coulance, dan is dit een eigen en vrijwillige keuze van die bank.