Ingediend | 29 november 2013 |
---|---|
Beantwoord | 19 december 2013 (na 20 dagen) |
Indiener | Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | internationaal openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z23550.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-811.html |
Ja.
Voor de beoordeling van deze zaak is van belang dat het OM aanleiding heeft gezien om de verdachte niet te berechten volgens het jeugdstrafrecht maar, gezien de persoon van de verdachte, de ernst van het gepleegde feit en de omstandigheden waaronder dat feit is begaan, volgens het volwassenenstrafrecht. Het vragen van uitlevering werd dan ook opportuun geacht en bij de Turkse autoriteiten is daartoe een verzoek gedaan. Met de uitleveringsprocedure in Turkije bleek in dit geval echter zodanig veel tijd gemoeid dat de situatie dreigde te ontstaan dat de verdachte zo lang in uitleveringsdetentie zou doorbrengen dat de uiteindelijk door het Nederlandse OM te eisen straf zou worden overschreden. Nederland heeft sinds het indienen van het verzoek geregeld contact gehouden met de Turkse autoriteiten over de voortgang in de uitleveringsprocedure.
Bij het laatste contact is aan Turkije verzocht om, wanneer het uitleveringsverzoek op 1 december 2013 nog steeds in behandeling zou zijn, de uitleveringsprocedure met ingang van die datum te beëindigen. Aldus is geschied en het verzoek is ingetrokken.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Het Consulaat-Generaal in Istanbul heeft consulaire bijstand verleend en betrokkene is op 1 december 2013 door de Turkse autoriteiten in vrijheid gesteld nadat het Nederlandse uitleveringsverzoek was ingetrokken.
Zie antwoord vraag 6.