Ingediend | 27 november 2013 |
---|---|
Beantwoord | 20 december 2013 (na 23 dagen) |
Indiener | Henk van Gerven |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | landbouw organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z23291.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-818.html |
Ja.
Mijn beleid richt zich op de grootste risico’s van introductie en verspreiding van tijgermuggen in Nederland. Dit is een bewuste keuze. In mijn Kamerbrief van 25 juni 2013 (Kamerstuk 32 793 nr. 96) zet ik uiteen hoe ik tot deze keuze ben gekomen. Overigens heb ik geen aanwijzingen dat de tijgermug op andere locaties wordt aangetroffen dan bij bedrijven die handelen in Lucky bamboo planten of gebruikte banden.
In de Kamerbrief van 25 juni 2013 (Kamerstuk 32 793 nr. 96) beschrijf ik hoe ik een afweging heb gemaakt bij de afspraken over preventieve maatregelen voor bedrijven die handelen in gebruikte banden. Ik werk samen met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en financier de ontwikkeling van een Europese aanpak door de Europese afdeling van de WHO. Nederland vraagt hier met name aandacht voor preventie van insleep van tijgermuggen. Europese landen passen preventieve maatregelen bij bandenbedrijven vooralsnog niet in alle gevallen toe. Een vergelijking met Australië is niet op zijn plaats; Australië is een afgezonderd continent waar nog geen tijgermuggen gevestigd zijn en waar bijvoorbeeld andere biocideregelgeving geldt.
In reactie op het eerste deel van uw vraag; zie mijn antwoorden op eerdere Kamervragen (vergaderjaar 2012–2013, aanhangselnummer 3174). In reactie op het tweede deel van uw vraag; ik juich het toe dat importeurs van Lucky bamboo planten afspraken maken met Chinese leveranciers om de import van tijgermuggen te minimaliseren. Desondanks blijft er altijd een risico dat er toch onbedoeld tijgermuggen meekomen. Dit is in het verleden ook gebleken. Daarom gelden er preventieve maatregelen zoals opgenomen in het Warenwetbesluit Lucky bamboo.
Het convenant voldoet aan de Aanwijzingen voor convenanten, met dien verstande dat het convenant zelfregulering beoogt. Niet alle maar wel het overgrote deel van importeurs, en zeker van importeurs van gebruikte banden uit risicogebieden, zijn lid van VACO. Ik verwacht dan ook dat ik met de gemaakte afspraken over preventieve maatregelen de belangrijkste risico’s op insleep en verspreiding van tijgermuggen via handel in gebruikte banden aanpak. Daarnaast verwacht ik ook dat de overheid er via de branche op wordt gewezen indien er bedrijven bekend zijn die risicovolle banden importeren. Tot nu toe heb ik overigens geen aanwijzingen dat er elders in Nederland tijgermuggen worden ingevoerd of verspreid. De vondsten uit afgelopen jaren waren alle gerelateerd aan bedrijven die lid zijn van de VACO.
Voor Lucky bamboo zijn maatregelen opgelegd op basis van de Warenwet. Hoe ik uiteindelijk ben gekomen tot maatregelen voor gebruikte banden zoals vastgelegd in het convenant met de VACO, heb ik uitgebreid toegelicht in de Kamerbrief van 25 juni 2013 (Kamerstuk 32 793 nr. 96) en in de antwoorden op schriftelijke vragen over deze Kamerbrief (Kamerstuk 32 793 nr. 104). Er is een onderscheid tussen preventieve maatregelen en actieve bestrijding. De sectoren zijn verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen. Bij Lucky bamboo bedrijven houdt dit onder andere in dat er altijd biociden moeten worden toegepast die zowel larven als volwassen muggen doden. Actieve bestrijding bij bandenbedrijven vindt pas plaats vanaf het moment dat er tijgermuggen worden aangetroffen. De aanwezigheid van deze muggen in de openbare ruimte vormen een risico voor de volksgezondheid. Bestrijding door de overheid vindt plaats op basis van de Wet publieke gezondheid.
De oorzaak van het aantreffen van tijgermuggen op verschillende bedrijven deze zomer wordt nog door de NVWA onderzocht. De rol van de verbeterde vallen wordt daarbij meegenomen. Indien tijgermuggen worden aangetroffen maken wij dat altijd bekend.
Zie mijn antwoorden op eerdere Kamervragen (vergaderjaar 2012–2013, aanhangselnummer 2046). Er zijn op dit moment 5 bedrijven die Lucky bamboo importeren. Bedrijven die handelen in gebruikte banden zijn ingedeeld in een risicocategorie. Er vindt monitoring plaats naar invasieve exotische muggen op 26 bedrijven. Locaties waar tijgermuggen zijn aangetroffen publiceren wij op de website van de NVWA.
In de antwoorden op schriftelijke vragen over de Kamerbrief (Kamerstuk 32 793 nr. 104) meldde ik dat nader onderzoek naar een eerste vondst van een Aziatische bosmug (Aedes japonicus) uitwees dat deze mug al langere tijd en wijder verspreid voorkomt. Een team van experts onder leiding van het Centrum Infectieziektebestrijding van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft mij geadviseerd dat uitroeiing in dit geval niet mogelijk is zonder naar verhouding veel schade aan het milieu. De bron van de aangetroffen Aziatische bosmuggen is niet te achterhalen. Hoewel bekend is dat deze mug in een experimentele opzet in het laboratorium ziekteverwekkers kan overbrengen, is deze mug in de praktijk geen relevante verspreider van ziektes.
Mijn beleid richt zich op preventie en bestrijding van invasieve exotische muggen die een risico vormen voor de volksgezondheid, en daarbij concentreer ik mij nu op de tijgermug omdat die het grootste risico vormt op infectieziekte-uitbraken. Het is wel mogelijk om de populaties van de Aziatische bosmug te beheersen, door bijvoorbeeld het verwijderen van broedplaatsen en toepassing van bestrijdingsmiddelen, om overlast door steekmuggen te reduceren. Het Centrum Monitoring Vectoren van de NVWA stelt informatie beschikbaar die burgers en professionals kunnen gebruiken.