Ingediend | 27 november 2013 |
---|---|
Beantwoord | 30 december 2013 (na 33 dagen) |
Indiener | Jeroen Recourt (PvdA) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z23287.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-871.html |
Ja.
Deze zinsnede is mij bekend. De Nederlandse Orde van Advocaten is als publiekrechtelijke beroepsorganisatie in het leven geroepen om een goede beroepsuitoefening door advocaten te bevorderen. De wijze waarop aan die opdracht invulling wordt gegeven is primair aan de Orde. Een advocaat is een juridische beroepsbeoefenaar ten dienste van de rechtsbedeling die ervoor zorgt dat een rechtzoekende waar nodig toegang tot het recht krijgt. Dat wil niet zeggen dat iedere individuele advocaat in elke voorkomende situatie hulp dient te verlenen aan iedere rechtzoekende. Dit is bijvoorbeeld anders voor notarissen, die in beginsel verplicht zijn de door een cliënt verlangde werkzaamheden te verrichten. Wel rust op de balie als geheel de verplichting te waarborgen dat rechtzoekenden met een ernstig rechtsprobleem, en die al dan niet recht hebben op een toevoeging, zich door een advocaat kunnen laten bijstaan.2 Mijn indruk is dat de balie deze verplichting waarmaakt.
Volgens de Monitor gesubsidieerde rechtsbijstand 2012 van de Raad voor Rechtsbijstand verleende 44% van de advocaten in 2012 gesubsidieerde rechtsbijstand.3 Dat betekent dat 56% van de advocaten geen toevoegingszaken behandelden.
Ik deel de mening dat het doen van toevoegingszaken een van de manieren is waarop advocaten een bijdrage kunnen leveren aan de toegankelijkheid tot het recht. Uit de hiervoor genoemde monitor blijkt dat zij dit ook in groten getale doen.
Naar mijn mening kan niet worden gesteld dat advocaten die geen toevoegingszaken doen, daarom geen bijdrage leveren aan de toegang tot het recht. Elke advocaat draagt op zijn werkterrein bij aan de toegang tot het recht van de cliënt die hij bijstaat. Dit is een wezenskenmerk van het beroep.
Zie antwoord vraag 2.
Nee. Uit de Monitor gesubsidieerde rechtsbijstand 2012 blijkt dat de vraag naar en het aanbod van gesubsidieerde rechtsbijstand tot op heden met elkaar in evenwicht zijn. Er is dus geen noodzaak om alle advocaten aan het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand te laten deelnemen. Verder is van belang dat sociaal advocaten een gedegen kennis dienen te hebben van de rechtsterreinen waarop zich de geschillen voordoen waarmee minder draagkrachtigen vaker dan de gemiddelde burger in aanraking komen, bijvoorbeeld het sociale zekerheidsrecht. Indien advocaten die zich hebben gespecialiseerd op terreinen waarnaar bij minder draagkrachtigen niet of nauwelijks vraag bestaat, zich incidenteel op het werkterrein van de sociale advocatuur begeven, kan dat afdoen aan de kwaliteit van de bijstand.
Ik ben van mening dat de balie als geheel al haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt door er te zijn voor iedereen die zijn recht zoekt en daarbij een advocaat nodig heeft. Indien advocaten die geen toevoegingszaken doen vrijwillig een (financiële) bijdrage leveren aan de verlening van rechtsbijstand aan de laagste inkomens, dan juich ik dat toe. Vrijwilligheid is de essentie van maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoals de Sociaal Economische Raad terecht benadrukt. Het is in eerste instantie aan de Nederlandse Orde van Advocaten om te bepalen welke praktische invulling de in vraag 2 genoemde zinsnede uit de missie in de huidige tijd behoeft.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Recourt (PvdA) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de invoering van een pro-deotaks (ingezonden 27 november 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.