Ingediend | 26 november 2013 |
---|---|
Beantwoord | 24 december 2013 (na 28 dagen) |
Indiener | Jan de Wit |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z23147.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-862.html |
Uitgangspunt van de wet is dat een uitspraak die voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, zodra dit mogelijk is ten uitvoer wordt gelegd. Dit geldt ook voor onherroepelijk opgelegde schadevergoedingsmaatregelen. Nu herziening ten voordele enkel kan worden aangevraagd voor een onherroepelijke veroordeling zal op het moment van de aanvraag de tenuitvoerlegging van een schadevergoedingsmaatregel in beginsel gaande of reeds afgerond zijn.
Wat betreft de herzieningsregeling kan in het algemeen worden opgemerkt dat herziening een buitengewoon rechtsmiddel is dat alleen voor uitzonderlijke gevallen is bedoeld.
De herzieningsregeling voorziet in diverse drempels om kansloze herzieningsaanvragen en verzoeken tot nader onderzoek tegen te gaan. Een herzieningsaanvraag of een verzoek tot nader onderzoek indienen in kansloze gevallen met als doel om onder de tenuitvoerlegging van een rechterlijke uitspraak uit te komen, heeft geen zin. Een herzieningsaanvraag of een verzoek tot nader onderzoek heeft namelijk geen opschortende werking. Het gaat immers om de tenuitvoerlegging van een onherroepelijke rechterlijke uitspraak. Ik deel de mening dat het ongewenst is wanneer in evident kansrijke gevallen na indiening van een herzieningsaanvraag of een verzoek tot nader onderzoek met de tenuitvoerlegging zou worden voortgegaan, waarbij bijvoorbeeld kan worden gedacht aan een persoonsverwisseling. Het openbaar ministerie kan in dergelijke gevallen beslissen de tenuitvoerlegging uit te stellen (en daartoe een opdracht aan het CJIB te geven), in elk geval totdat op de herzieningsaanvraag is beslist. Op deze wijze kan bijvoorbeeld worden voorkomen dat een persoon die ten onrechte is veroordeeld tot een schadevergoedingsmaatregel en deze niet kan betalen, daardoor vervangende hechtenis moet ondergaan, of dat deze persoon na zijn herzieningsaanvraag schadevergoeding betaalt waarvan de rechter later bepaalt dat deze uit ’s Rijks kas moet worden vergoed. Overigens voorziet de herzieningsregeling er ook in dat de Hoge Raad de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende sancties hangende de herzieningsaanvraag te allen tijde kan opschorten.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
De procureur-generaal bij de Hoge Raad kan naar aanleiding van een verzoek tot nader onderzoek in evident kansrijke gevallen aan het openbaar ministerie vragen de tenuitvoerlegging uit te stellen (zie over deze mogelijkheid van het openbaar ministerie het antwoord op de vragen 1, 2, 3 en 4). Overigens kan de veroordeelde ook zelf – al dan niet met hulp van de raadsman die het verzoek tot nader onderzoek heeft gedaan – een verzoek tot uitstel van de tenuitvoerlegging tot het openbaar ministerie richten, bijvoorbeeld wanneer hij een waarschuwing ontvangt dat de vervangende hechtenis ten uitvoer zal worden gelegd. Ook aangezien het hier om zeer uitzonderlijke gevallen gaat, acht ik het niet nodig of wenselijk om een bepaling als door de vraagsteller bedoeld, in de wet op te nemen.
Zie antwoord vraag 5.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid De Wit (SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de samenloop van een herzieningsverzoek met de tenuitvoerlegging van een strafvonnis (ingezonden 26 november 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.