Ingediend | 26 november 2013 |
---|---|
Beantwoord | 20 januari 2014 (na 55 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z23142.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-898.html |
Ja, ik ben bekend met dit bericht. In december 2012 is de betreffende gedetineerde (arrestant) vanuit een arrestantencomplex van de politie in Amsterdam overgebracht naar de arrestantenafdeling in detentiecentrum Zeist. Conform de geldende procedure bij binnenkomst, is de gedetineerde vervolgens gefouilleerd en zijn de niet toegestane voorwerpen die hij bij zich droeg – in casu de xtc-pillen – door het personeel in beslag genomen en opgeborgen in het daartoe bestemde depot. De betreffende pillen zijn door het personeel aldus wel herkend als drugs en ook als zodanig aangemerkt.
Van de inbeslaggenomen goederen is vervolgens rapport opgemaakt. Ten onrechte is verzuimd dadelijk aangifte te doen van de aangetroffen contrabande. Dat is pas gebeurd toen de goederen tijdens een periodieke overdracht aan de politie werden aangeboden ter vernietiging.
De directie heeft gelet op de tijd die is verstreken tussen de inbeslagname en de aangifte, intern onderzoek laten verrichten naar de gang van zaken rondom de inbeslagname en de opslag van de xtc-pillen. De betrokken medewerkers zijn naar aanleiding hiervan nadrukkelijk aangesproken op hun onzorgvuldige handelen in dezen.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Zoals reeds vermeld in het antwoord op de vragen1, 2 en 3 is volgens de geldende procedure bij binnenkomst gehandeld. De xtc-pillen zijn direct door het personeel in beslag genomen en opgeslagen in het daartoe bestemde depot. Fouillering maakt niet voor niets deel uit van de procedure bij binnenkomst. Hiermee kan, zoals ook in het onderhavige geval is gebleken, worden voorkomen dat gedetineerden contrabande mee naar binnen smokkelen. Overigens betrof het hier een gedetineerde, zijnde een arrestant en niet een persoon die was ingesloten op grond van de Vreemdelingenwet 2000.
Zoals reeds is vermeld in het antwoord op vraag 4 betrof het hier een arrestant, en niet een persoon die was ingesloten op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Uit het uittreksel van de Justitiële Documentatiedienst is gebleken dat de zaak waarvoor de betreffende arrestant door de politierechter bij verstek is veroordeeld, nog niet onherroepelijk is. Dit betekent dat de zaak nog niet kan worden geëxecuteerd omdat de betreffende veroordeelde nog hoger beroep kan instellen tegen het vonnis.
Het is overigens staand beleid dat personen die onherroepelijk zijn veroordeeld tot een vrijheidsstraf, deze straf daadwerkelijk moeten ondergaan. Wanneer de rechter een vrijheidsbenemende straf oplegt, ook als de betreffende persoon niet aanwezig is bij de rechtszitting, moet alles erop zijn gericht dat de straf daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Dit geldt ook voor deze specifieke casus. In mijn brief van 25 februari 20132 heb ik uw Kamer reeds bericht over de maatregelen die worden genomen om het aantal openstaande (niet geëxecuteerde) vrijheidsstraffen terug te dringen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat een man 1.000 xtc pillen naar detentiecentrum Zeist heeft meegenomen zonder dat het personeel dat in de gaten had (ingezonden 26 november 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.