Ingediend | 12 november 2013 |
---|---|
Beantwoord | 4 december 2013 (na 22 dagen) |
Indieners | Agnes Wolbert (PvdA), Tjeerd van Dekken (PvdA), Sjoera Dikkers (PvdA) |
Beantwoord door | Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z21861.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-689.html |
Ja. Het betreft de afgifte van een ontwerpverklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad van Coevorden ten behoeve van het verlenen van een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van het huidige veehouderijbedrijf naar 1.276 melkkoeien en 618 stuks jongvee.
In de ontwerp-structuurvisie en het concept-bestemmingsplan buitengebied van de gemeente Coevorden is het gebied waar het betreffende bedrijf is gevestigd aangewezen als grootschalig landbouwgebied.
In de provinciale omgevingsvisie en -verordening is geen maximum bouwoppervlakte opgenomen voor grondgebonden agrarische bedrijven. Wel wordt als voorwaarde gesteld dat bij grote ingrepen in het landschap de nieuwbouw landschappelijk goed wordt ingepast.
Bij de ontwerpbeschikking voor de gevraagde omgevingsvergunning is rekening gehouden met de aspecten ammoniak, geur, fijnstof en geluid. De voorgenomen activiteit past binnen de wettelijke voorschriften.
Zoals aangegeven in het kabinetsstandpunt inzake omvang intensieve veehouderij en schaalgrootte (TK 28 973, nr. 134) hangen de omvang van de veehouderij en de omvang van stallen nauw samen met de inpassing in de lokale omgeving en zijn daarmee onderdeel van het omgevingsbeleid. Provincies en gemeenten kunnen op basis van de Wet ruimtelijke ordening bijvoorbeeld een maximum stellen aan de stalgrootte en beperkingen opleggen aan de vestiging of uitbreiding van veehouderijbedrijven. Het huidige instrumentarium biedt nu vanwege het ontbreken van een wetenschappelijke onderbouwing met betrekking tot gezondheidsrisico’s van veehouderijen, niet altijd voldoende basis om in specifieke situaties, grenzen aan de omvang van veehouderijen te kunnen stellen vanwege gezondheidsrisico’s. Het kabinet treft daarom in de Wet Dieren een wettelijke voorziening waarmee provincies en gemeenten vanuit het oogpunt van volksgezondheid grenzen kunnen stellen aan de omvang van de veehouderij in een gebied of op een locatie. Vanzelfsprekend zal de besluitvorming door provincies en gemeenten voor het stellen van grenzen en regels goed onderbouwd moeten zijn.
Zoals aangegeven in antwoord 3 is het omgevingsbeleid een zaak van provincies en gemeenten. Gedeputeerde Staten van Drenthe hebben op 8 mei 2012 een NBwet-vergunning verleend voor de voorgenomen uitbreiding van het melkveebedrijf. Zie verder ook het antwoord op vraag 2.
Ik verwijs u hiervoor naar mijn brief over de groei van de melkveehouderij naar aanleiding van uw verzoek in het ordedebat van 21 november jl.
Ik beschik niet over gegevens van het aantal melkveehouderijen met concrete uitbreidingsplannen, omdat deze gegevens niet systematisch worden bijgehouden.