Ingediend | 1 november 2013 |
---|---|
Beantwoord | 18 december 2013 (na 47 dagen) |
Indieners | Marith Volp (PvdA), Astrid Oosenbrug (PvdA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z20916.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-802.html |
Ja.
Net zoals bij slachtofferschap van andere misdrijven kunnen er tal van redenen zijn waarom mensen afzien van het doen van aangifte. De angst om te maken te krijgen met strafvervolging in verband met kinderporno zou ook zo’n reden kunnen zijn. Ik kan mede daarom niet uitsluiten dat het aantal mensen dat aangifte heeft gedaan lager is dan het aantal mensen dat daadwerkelijk door dit virus getroffen is.
Er zijn allerlei onderzoeksmethodes om te achterhalen wat de herkomst is van kinderporno die op een computer wordt aangetroffen. Over de vraag welke methode(s) in het geval van een dergelijk virus aangewezen zijn kunnen geen algemene uitspraken worden gedaan, want dit hangt af van de specifieke situatie en kan ook veranderen in de tijd. Van belang voor betrokkenen is dat de politie heeft aangegeven dat zij onderscheid kan maken tussen de gevallen waarin kinderporno door middel van een virus op de computer is geplaatst en de gevallen waarin kinderporno op andere wijze op de computer terecht is gekomen.
Ik acht het mogelijk dat mensen het argument van de ransomware, waar of onwaar, gebruiken als verklaring voor kinderporno die op hun computer wordt aangetroffen. Dit zal altijd worden onderzocht door de politie. Ik verwijs verder naar mijn antwoord op vraag 3.
Deze vouchers worden gebruikt voor betalingen via het internet en zijn breed verkrijgbaar en te gebruiken. Normaal gesproken is het niet zo dat verkopers en producenten de motieven voor de aanschaf van deze vouchers door hun klanten weten. Ik dicht verkopers en producenten van deze breed toepasbare betalingsmethode dus geen betrokkenheid bij malafide ransomewarepraktijken toe. Gezien de actualiteit van ransomewarevirussen heeft de politie wel het initiatief genomen om posters te ontwikkelen en te verspreiden waarop gewaarschuwd wordt niet te betalen als de computer is besmet met ransomeware.2 Daarnaast adviseert de politie winkeliers om hun eigen personeel goed voor te lichten. Als er een indicatie is dat zij te maken hebben met een slachtoffer van ransomware, kan winkelpersoneel het slachtoffer inlichten over de opties.
Zie antwoord vraag 5.
Computergebruikers moeten er in ieder geval voor zorgen dat zij voldoende maatregelen op hun computer treffen, zoals het gebruik van een up-to-date virusscanner. Maar ook dan is een infectie niet helemaal uit te sluiten. Mocht een computer geïnfecteerd raken met ransomeware dan bieden bijvoorbeeld de websites waarschuwingsdienst.nl of fraudehelpdesk.nl soelaas. Op deze sites staan instructies en stappenplannen over voor het verwijderen van ransomware.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Rebel en Oosenbrug (beiden PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat een computervirus kinderpornografie verspreidt (ingezonden 1 november 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.