Ingediend | 23 oktober 2013 |
---|---|
Beantwoord | 19 november 2013 (na 27 dagen) |
Indiener | Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA), Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z20290.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-556.html |
Ja.
Zimbabwe is in 2009 door een arbitrage-tribunaal, opgericht onder auspiciën van het ICSID van de Wereldbank (International Centre for the Settlement of Investment Disputes), veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan elf Nederlandse boeren, die zich na de periode van het witte minderheidsregime van Rhodesië in Zimbabwe hebben gevestigd en zijn getroffen door landonteigeningen. Zimbabwe zal deze bindende uitspraak en de bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomst (IBO) tussen Nederland en Zimbabwe, op basis waarvan de uitspraak is gedaan, moeten respecteren. Zimbabwe heeft eerder aangegeven, bij monde van toenmalig minister van Financiën Biti, gehoor te willen aan de uitspraak. Ondanks herhaaldelijk contact op verschillende niveaus heeft de Zimbabwaanse belofte om een betalingsvoorstel te doen nog geen gevolg gekregen. De investeerders kunnen proberen om genoegdoening af te dwingen door beslag te leggen op (buitenlandse) vermogensbestanddelen van Zimbabwe.
De DSIA-zaak is een prioritair dossier in de Nederlandse relatie met Zimbabwe, voor zowel het kabinet als de Nederlandse ambassade in Harare. Op grond van de investeringsbeschermingsovereenkomst oefent de Nederlandse overheid politieke druk uit op de Zimbabwaanse overheid om over te gaan tot betaling van de openstaande compensatie. De Nederlandse inzet kent drie invalshoeken: bilateraal met de Zimbabwaanse overheid, bij internationale fora en door te assisteren bij dialoog tussen de Nederlandse boeren en de Zimbabwaanse overheid via een speciale gezant. Internationaal draagvlak voor de Nederlandse opstelling is van groot belang. Waar mogelijk trekt Nederland samen op met landen met vergelijkbare zorgen. Ook nu president Mugabe is herkozen en er een nieuw kabinet benoemd is, zal Nederland zich hiervoor blijven inzetten.
Onlangs is de kwestie aan bod gekomen tijdens een onderhoud tussen de nieuwe Nederlandse ambassadeur in Harare en President Mugabe. De ambassadeur heeft hierop een persoonlijk onderhoud aangevraagd met de meest betrokken ministers uit het nieuwe kabinet van Zimbabwe. Afhankelijk van deze gesprekken wordt bepaald welke interventies wenselijk zijn. Nederland zal op gepaste momenten zowel openlijk als en marge aandacht blijven vragen voor deze erkende claim van de Nederlandse investeerders.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Arbitrage op basis van de IBO, onder auspiciën van ICSID, heeft reeds plaatsgevonden. Als resultaat daarvan is Zimbabwe veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding (zie het antwoord op vraag3.
De investeringsbeschermingsovereenkomst (IBO) tussen Nederland en Zimbabwe schrijft voor dat partijen bij een dispuut in eerste instantie op een «vriendschappelijke» manier tot een oplossing moeten komen. Wanneer dat niet lukt binnen zes maanden, kan het geschil, indien de investeerder dit wenst, worden ingediend bij ICSID, waarbij tot een schikking wordt gekomen via zogenaamde «verzoening» (conciliation) of arbitrage.
Er is geen sprake van hervatting van ontwikkelingssamenwerking met Zimbabwe.
Als een Nederlands bedrijf zich aandient bij de Nederlandse ambassade in Harare, geeft deze een objectief beeld van de kansen en risico’s van ondernemen in Zimbabwe, de bescherming van investeringen is daar een belangrijk onderdeel van. Het is de afweging van de bedrijven zelf om al dan niet in een land te investeren. Dat geldt ook voor KLM, dat naar Zimbabwe vliegt.