Ingediend | 4 oktober 2013 |
---|---|
Beantwoord | 3 december 2013 (na 60 dagen) |
Indiener | Klaas Dijkhoff (VVD) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z18935.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-647.html |
Ja.
Het oordeel of een bepaalde uitspraak moet worden aangemerkt als een bedreiging of een oproep tot geweld is niet aan mij maar aan de rechter. Daarbij is naast de inhoud van de uitspraak onder andere ook de context waarin deze gedaan is van belang en de vraag door wie deze is gedaan. Over dit specifieke voorval is tot op heden door het Openbaar Ministerie geen aangifte ontvangen
In opdracht van het Openbaar Ministerie heeft de politie eenheid Midden Nederland een dreigingsinschatting opgesteld. Op basis van de uitkomsten van deze inschatting zijn enkele veiligheidsmaatregelen getroffen, zowel door de politie eenheid van de woonplaats van de heer Ellian als door de politie eenheid van de locatie waar de heer Ellian werkzaam is. Er is vanuit het Openbaar Ministerie thans geen aanleiding om nadere stappen te ondernemen.
Zie antwoord vraag 2.
De heer Burhani is een moslim van Afghaanse afkomst die zich veelvuldig uit op het internet en in sociale media. Hij verspreidt daarbij geregeld materiaal van jihadistische ideologen en spreekt zijn steun uit aan «mujahedin», strijders die voorgeven de islam te verdedigen tegen andersgelovigen. Deze zomer publiceerde hij foto’s van zijn verblijf in Afghanistan waarbij hij een wapen hanteert en wordt vergezeld door gewapende mannen. Het is niet duidelijk of de mannen behoren tot de Taliban. Over onderzoek naar individuele gevallen doe ik geen uitspraken. In algemene zin kan ik stellen dat de overheid activiteiten van extremisten nauwlettend in de gaten houdt.
Zie antwoord vraag 2.
Ja, de politie is voldoende geëquipeerd om de veiligheid van de heer Ellian te waarborgen gelet op de huidige dreiging.
Zie antwoord vraag 5.
Graag verwijs ik u naar de op 7 november jongsleden aan uw Kamer verstuurde brief met beleidsbevindingen in verband met het Dreigingsbeeld Terrorisme in Nederland (DTN 34) en de daarbij horende bijlage.
Naar aanleiding van de toezegging tijdens bedoeld Algemeen overleg over het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland heb ik de toereikendheid van het instrumentarium nogmaals op een rij gezet. Ik ben tot het oordeel gekomen dat het OM over voldoende wettelijk instrumentarium beschikt om samen met de politie en in afstemming met de AIVD, daar waar mogelijk, strafrechtelijk op te treden tegen bedreigingen en oproepen tot geweld. Waar mogelijk zorgt de politie, in samenspraak met het OM, dat strafbare, radicale dan wel extremistische boodschappen van het internet worden verwijderd. Verwijdering van illegale of ongewenste extremistische berichten van internet kan ook via de zogenoemde Notice and Take Down-procedures. Op basis van deze in Nederland ontwikkelde publiek-private gedragscode worden website-beheerders erop gewezen zelf content te verwijderen die niet met de eigen gebruiksvoorwaarden strookt.
Bestuursrechtelijke instrumenten bieden soelaas, als zich de uitzonderlijke situatie voordoet dat door de bedreigingen of oproepen tot geweld, de openbare orde wordt verstoord. De burgemeester kan in dergelijke uitzonderlijke situaties zijn bevoegdheden inzetten op basis van de Gemeentewet en de Algemene plaatselijke verordening.
Daarnaast worden gekende potentiele gewelddadige eenlingen aangepakt met een persoonsgerichte aanpak. Een dergelijke aanpak kent vele vormen en is op maat gesneden. Het gaat dan om maatregelen die uiteenlopen van confronterende gesprekken en zorgtrajecten, tot inlichtingenvergaring en gedragsaanwijzingen. In voorkomende gevallen kan daarnaast uiteraard sprake zijn van vervolging wegens de verdenking van een strafbaar feit.
Het voortouw voor het treffen van maatregelen bij potentieel gewelddadige eenlingen ligt op lokaal niveau. De problematiek van een potentiele gewelddadige eenlingen kent vaak meerdere dimensies en voor een effectieve persoonsgerichte aanpak is samenwerking met meerdere partners vaak een voorwaarde.
Het geschetste palet van praktische mogelijkheden en juridische instrumenten overziend, acht ik het creëren van een aanvullende wettelijke bevoegdheid, al dan niet met gebruikmaking van de maatregelen zoals die in het wetsvoorstel bestuurlijk maatregelen nationale veiligheid waren voorzien, niet noodzakelijk. De gevallen waaraan het lid Dijkhoff in het kader van de onderhavige vragen maar ook eerder, namelijk ter gelegenheid van het Algemeen Overleg op 22 mei 2013, heeft gerefereerd in relatie tot het onderwerp «ronselen voor de jihad», werpen daar geen ander licht op. Ook in die situaties volstaat het huidige instrumentarium. Met een op maat gesneden mix van zorg-, preventieve en repressieve maatregelen wordt alles in het werk gesteld om te voorkomen dat gekende dreigers daadwerkelijk overgaan tot geweld.
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dat de schriftelijke vragen van het lid Dijkhoff (VDD) over het bericht «Moslimextremist bedreigt Elsevier-blogger Afshin Ellian» (ingezonden 4 oktober 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.