Ingediend | 27 september 2013 |
---|---|
Beantwoord | 6 november 2013 (na 40 dagen) |
Indieners | Harry van Bommel , Joël Voordewind (CU), Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z18329.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-443.html |
Ja.
Ja.
Het kabinet is van mening dat stille diplomatie in veel gevallen het meest effectieve middel is om Saudi-Arabië te bewegen om de positie van mensenrechtenverdedigers in het land te verbeteren. Nederland onderhoudt hiervoor contact met autoriteiten, activisten en invloedrijke groepen zoals de geestelijkheid. Door middel van sociale media wordt ook het publiek over mensenrechtenonderwerpen bereikt.
De EU is voor Nederland een belangrijke speler bij het bevorderen van mensenrechten in Saudi-Arabië. De EU is als geheel van 28 lidstaten het best geplaatst om aandacht te vragen voor individuele gevallen en om zorgen hierover kenbaar te maken aan de Saudische autoriteiten. Ook bij generieke onderwerpen zoals de uitvoering van de doodstraf, het opleggen van lijfstraffen en de gebrekkige transparantie van de rechtsgang acht Nederland gezamenlijk Europees optreden het meest effectief. In EU-verband pleit Nederland er actief voor om deze thema’s gezamenlijk aan de orde te stellen.
Zie antwoord vraag 3.
Het kabinet stelt de aanbevelingen van Amnesty aan de Nederlandse overheid, waaronder aan de Ambassade in Riyadh, op prijs. Zoals toegezegd tijdens het Notaoverleg Mensenrechtenbeleid op 30 september jl. zal het kabinet zich hierover verstaan met andere lidstaten en de Kamer over de uitkomsten hiervan informeren.
Een deel van de aanbevelingen van Amnesty wordt in het bestaande Nederlandse beleid overigens al in praktijk gebracht: Saudi-Arabië wordt bilateraal, in Europees en in multilateraal verband aangesproken op zijn verantwoordelijkheden. De Nederlandse Ambassade in Riyadh onderhoudt nauwe contacten met Saudische mensenrechtenverdedigers, wisselt informatie uit met andere ambassades en organiseert jaarlijks een bijeenkomst voor activisten. Praktische ondersteuning wordt per geval beoordeeld en waar mogelijk geboden. Een aantal aspecten uit het Amnesty-rapport, zoals het bijwonen van rechtszaken en het bezoeken van activisten in de gevangenis, is vooralsnog niet mogelijk gebleken. In dat kader heeft Nederland Saudi-Arabië onlangs tijdens de Universal Periodic Review (UPR) te Genève opgeroepen om buitenlandse waarneming van rechtszaken toe te staan.